Veldwerken
De Rietput bij het Goese Sas
fat 4*0<fe 'O**' jUs 0+^Udu£X4*fe 4j4C^tluA' %C 3joi/^A^ M)£y
27
De boom in 3-2000
Voor de laatste keer:
dagboekflarden van Peter v.d. Vliet, begeleider landschapsbeheersploeg SLZ
JL4* ^44* 46&y*£4** ■Oj*' jbXr M-A&v 4t£>£>4yX/\£*4*'
Qct^-^CA4tlc. A^JUto^, <04*At,
to-C^ tc Ajoltyh*; Ml&AltMcJ&fr&Hi'fiJA', &OlVllL. I^M&JdtAJjsAMA'Xt'
\rj-(X' -^jV-C£A£4^ Aj'64*' &cC 4y*&6*/Xtls f>/\£4*0s ■G4*-/l' *4^ jbs ■Jjs ■CC£*j^»A£' -vfv 4L1,
A&t\M*UM'OdlXM*'&Mfi'*4w4JLtWL&MM>%d&VMSU*A4uJtjt,^*AA>h'
■tsufa^Lo^icjL tlt+^14^, AJVA*^ A/VA* £>+J^ £t4*
AjOAAydts /jjO jLts jh/jfa. A/A^AA/aÜ/v^C/Vt', \jfat£A>~
OcM-jUs 'JtAjU'^Vit' Mlttt X* M)4)/\lltLrL Aj&b, ££4~ C<JX<M^\^4tcA^rcS- JttlAyJt^t] <C-o4b
■htAr4t'>A6AAi*£4*A/Ai*\1£IMMaAaa^, LA44*4£>£>Ar £4*
/^UAaUa-, *4* j£,4/V££jif>*l**^'X<0£>J*. l)£W^fc4/X£%C,4b*A*£*>,4<££*tJ,j£,
{"/-C^- 4y*6S<A/ltls M/-CA4& &a£As £>j^ ■$£>jr£/h'
jjtUb £>j^ /j^j- AJ£>£A£4^ 4J£aJ-£A, A^.
De boom in 3-2000
Door Ton en Dicky de Koning, vrijwilligers KNNV-beheerswerkgroep
De Rietput, ook wel de putten genoemd, is een inlaag ontstaan in 1856 na diverse
dijkvallen in dit gebied. De historie van dit natuurgebiedje kunnen we niet los zien
van het ontstaan van de Oost-Bevelandpolder en de Wilhelminapolder.
Het huidige terrein beslaat een oppervlakte van 4,6 ha en is ongeveer 400 meter
lang en 125 meter breed, de eigenaar is het Waterschap De Zeeuwse Eilanden.
De Rietput is door het afgraven van de klei laag en drassig. Bijzonder is dat deze
inlaag geen zout maar zoet water bevat. Ook eb en vloed is zichtbaar bij de hoogte
van de waterstand in deze bijzondere inlaag.
Inlagen en karrevelden
Op plaatsen waar oever- en dijkvallen
(plotseling grondverlies aan de zeezij
de) dreigde, legde men meer landin
waarts een tweede dijk aan. De beno
digde klei hiervoor werd met karren uit
die tussenliggende strook grond ge
haald. Zo ontstonden langgerekte plas
sen of greppels gescheiden door dam
metjes, die karrevelden werden ge
noemd. Zo'n strook moerasland is een
'buffer' achter de bedreigde zeedijk en
het geheel werd een inlaag genoemd.
De grond voor de inlaagdijk werd tussen de door dijkval
bedreigde dijk en de inlaagdijk afgegraven en over de
karrestrook weggekard.
Geologie
Over de geologie van de Rietput en
omgeving kunnen we het volgende
vertellen.
De opbouw van de zeeuwse bodemla
gen vormden zich in de laatste ijstijd
10.000 jaar geleden. Een temperatuur
stijging veroorzaakte het afsmelten van
de poolijskappen en het rijzen van de
zeespiegel. Hierdoor heeft de zee
overal een flink kleipakket kunnen ach
terlaten, dit wordt de afzetting van Ca
lais genoemd. Daarna ontwikkelde zich
in het achterland in een zoet milieu het
zogenaamde Hollandveen.
Door verdere stijging van de zeespie
gel brak de duinenrij door en gingen eb
en vloed de ontwikkelingen bepalen.
Op plaatsen waar zich nieuwe kreken
vormden werden grote delen van het
veen uitgeschuurd en weggeslagen,
één van die kreken was de Schenge
die zich in de bestaande afzettingen
insneed.
De Schenge was voorheen een brede
geul die vanaf Walcheren tussen wat
nu Wolphaartsdijk heet en Goes van
het westen naar het oosten liep. Een
restant van deze kreek is nog ten noor
den van Goes en ten zuiden van
Wolphaarsdijk terug te vinden in het
landschap. Deze Schenge heeft in zijn
loop nieuw materiaal afgezet dat be
staat uit een soms wel 20 meter dik
pakket jong zeezand, de zogenaamde
Duinkerke 3b afzetting, die veelal na
1350 is ontstaan.
Deze wat losse zandlaag in het gebied
waar de Schenge heeft gelopen zorgde
o.a. voor de vele dijk- en oevervallen.
Historische ontwikkeling
De Rietput ligt als een rare punt aan de
oostzijde van de Oost-Bevelandpolder
die met het land langs het Havenka
naal is opgenomen in de Wilhelmina
polder.
De Oost-Bevelandpolder, ontstaan in
de 17e eeuw, als de Katsche of Katte-
plaat, was een opwas (begroeide zand