Het verhaal achter de Kruisdij te en Krabbeschans §S| De boom in 3-2000 trapjes en een coupure. Dit zijn alle maal wat we noemen typisch cultuur historische landschapselementen. Maar eigenlijk hebben ook knotbomen, heggen, hoogstamfruitboomgaarden en streekeigen erfbeplanting een cul tuurhistorische aard. Samenwerking Ondanks de reeds verrichte inspan ningen is er nog veel werk te verzetten. Cultuurhistorie is immers overal in het landschap aanwezig. Het zichtbaar houden van de samenhang tussen de verschillende aspecten van het cultuur historisch erfgoed vraagt veel kennis over het beheer en behoud. SLZ streeft er dan ook naar om bij het behoud van het cultuurhistorisch en aardkundig landschap zoveel mogelijk samen te werken met andere organisaties op het gebied van cultuurhistorie en aardkun de. Campagne Om aandacht te vragen voor het be lang van beheer en behoud van cul tuurhistorische en aardkundige ele menten voert het samenwerkingsver band Landschapsbeheer (waarin ook SLZ) campagne onder de naam Erfgoed al goed". Het startsein voor deze campagne is in mei van dit jaar gegeven in de Provincie Utrecht. In estafettevorm worden 12 provinciale evenementen georganiseerd, elk met zijn eigen thema. In Zeeland staat de Krabbeschans bij Sluis centraal. Op 14 oktober wordt hier een publieksdag georganiseerd (zie blz. 2). Om zicht te krijgen op cultuurhistorisch en aardkundig waardevolle elementen die de moeite van het opknappen waard zijn, is een prijsvraag uitge schreven. ledereen kon hier aan mee doen door op zoek te gaan naar een 'vergeten' element met een historisch verhaal. Een stukje historie dat nu nog verstopt zit in het landschap, maar dat hersteld en zichtbaar gemaakt zou moeten worden. Zo'n element kon tot 15 september bij SLZ worden aange meld. Een deskundige jury zal de aan meldingen beoordelen volgens een aantal criteria. Uiteindelijk zullen drie elementen verkozen worden. Zij wor den op de publieksdag (14 oktober) bekend gemaakt en krijgen elk 5000,-. Dit bedrag (beschikbaar ge steld door de Nationale Postcodeloterij) is bedoeld voor een opknapbeurt. Y DE ROMEINEN bederven het he le LANDSCHAP MET HUN MODERNE BOUWWERKEN .A Cultuurhistorische landschapselementen, waard om te bewaren? een vraag van alle tijden. 6 De boom in 3-2000 door Winant Halfwerk, medewerker SLZ Het voeren van campagnes is niet alleen voorbehouden aan het Samenwerkings verband Landschapsbeheer. Zo'n 400jaar geleden konden ze er ook al wat van. De campagnes van toen waren echter van een heel ander karakter, meer oorlogszuch tig. De Tachtigjarige Oorlog woedde in de Lage Landen. Jarenlange twisten tussen protestanten en katholieken leidden ertoe dat de Nederlanden uiteindelijk in een onafhankelijkheidsstrijd tegen het Spaanse (katholieke) gezag verzeild raaiden. Geuzen en huuriingenlegers onder leiding van opstandige edellieden en stadhou ders (de Oranjes voorop) stonden tegenover de legers van de Spaanse koning. In de loop van de oorlog ruimden geuzen en huurlingen het veld voor een regulier leger dat in opdracht van de Staten Generaal tegen de Spanjaarden vocht. Het innemen van steden was steeds het voomaamste doel in deze oorlog, waarvan de littekens nog in het landschap zijn waar te nemen. Overwinning door de spade Aan het einde van de Middeleeuwen maakten kanonnen hun opkomst door de intrede van het buskruit. Dit had drastische gevolgen voor de manier van oorlogsvoering. Kastelen en stads muren boden niet langer afdoende be scherming. Een nieuwe vorm van ver dedigingswerken won terrein. Rond de steden werden vestingwerken opge worpen die uit een stelsel van aarden wallen en grachten bestonden. De wal len werden voorzien van uitstekende bastions. Deze techniek vond zijn oor sprong in Italië en breidde zich over heel Europa uit. In de Lage Landen waren het met name Simon Stevin (1548-1620) en Menno van Coehoom (1641-1704), die een belangrijke rol speelden in de vestingbouw aan Staat se zijde (de opstandige Nederlanden). De bouw van aarden verdedigingswer ken nam tijdens de Tachtigjarige Oor log een grote vlucht. Vooral door stad houder (en later prins) Maurits (1585 1625) is deze ontwikkeling gestimu leerd. Hij verkoos het innemen van ste den boven het leveren van veldslagen en dwong de bezetting liever tot over gave door graafwerk dan door bestor ming. Maurits haalde liever een over winning met de spade dan door het geweer. Hij oefende zijn soldaten in het aanleggen van schansen, loopgraven en mijnen. Tot dan toe werd dit werk steeds door boeren uit de omgeving gedaan. Het front tekent zich af In 1572 begint de opstand pas goed met de inname van Den Briel door de geuzen. Vanaf dan wordt Zeeuws- Vlaanderen voortdurend geteisterd door geuzen die aanvallen uitvoeren vanuit met name de Walcherse havens Veere, Vlissingen en later ook Middel burg. In 1573 beginnen de Spanjaar den met de verbetering van de verdedi gingswerken van Sluis (in die tijd een Spaanse vloothaven). In 1578 arriveert Alexander Famese Hertog van Parma In het begin van de 80-jarige oorlog

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2000 | | pagina 5