Vreemde vruchten 1. Kweek eens een Kweepeer De boom in 4-2000 Door Foort Minaard, coordinator SLZ Al eerder is verslag gedaan van het uitreiken van de eerste gouden jirizagen op de vrijwilligersavond in juni. Deze zagen kwamen terecht bij twee nestoren van het vrijwillig landschapsbeheer in Zeeland, de heren Han Muileren Sjaak Herman. Beiden zijn al ongeveer 25 jaar actief als organisator van vrijwillig landschapsbeheer, voorwaar geen geringe prestatie. Wat zijn gouden jirizagen? Gouden jirizagen zijn jirizagen die, na een lang en werkzaam leven in het vrijwillig landschapsbeheer, via een speciale methode voorzien worden van een gouden deklaag. Traditie? Wellicht wordt het uitreiken van de gouden jirizaag een jaarlijks terug kerende traditie, maar dan wel een traditie met variatie. Die variatie wordt aangebracht door regelmatig een ander thema centraal te stellen. Het is daarbij wel de bedoeling dat de zagen terechtkomen bij mensen of organi saties die zich verdienstelijk gemaakt hebben voor het natuur- en land schapsbeheer. De stichting heeft al enkele thema's op het oog, maar voor suggesties staan we open, dus gaat uw gang en kom met die suggesties! Historisch perspectief Als het uitreiken van de gouden jirizaag een traditie wordt, dan is dat zeker geen volledig nieuwe traditie. Al in lang vervlogen tijden werden dergelijke prijzen uitgereikt. Zo was er bijvoorbeeld al ten tijde van Julius Caesar sprake van het uitreiken van het gouden snoeimes aan druïden die zich bijzonder verdienstelijk gemaakt hadden voor de samenleving. Naar analogie van het gouden snoei mes is door SLZ in het jaar 2000 de gouden jirizaag in het leven geroepen. Prijswinnaar Han Muller neemt zijn gouden jirizaag in ontvangst 18 De boom in 4-2000 Door Winant Halfwerk, medewerker SLZ In deze nieuwe rubriek willen we aandacht schenken aan een aantal fruitsoorten die vooral vroeger op menig boerenerf te vinden waren. Meestal stonden ze in de (moes)tuin, niet eens in de boomgaard. Het ging daarbij vaak maar om één of enkele exemplaren. Een beetje buitenbeentjes dus. Soms wisten de eigenaars niet eens goed wat ze met de vruchten aan moesten. Toch werden ze in stand gehouden, want iets weggooien dat deed je niet en je kon er altijd wel iets mee doen, zo niet, een ander dan toch. De afgelopen halve eeuw zijn deze fruitsoorten echter steeds minder algemeen geworden. Reden temeer om deze vreemde vruchten eens in het zonnetje te zetten. In deze eerste aflevering aandacht voor de kweepeer. De kweepeer is, anders dan zijn naam doet vermoeden, beslist geen peer. Kweeperen vormen een apart geslacht Cydoniaen maken samen met o.a. het geslacht Peer Pyrusen het geslacht Appel (Malus) onderdeel uit van de Appelfamilie Pomaceaedie weer opgenomen is in de grote familie der Roosachtigen RosaceaeHet kweeperengeslacht kent slechts één lid: Cydonia oblonga, de kweepeer. Tafelvrucht uit Kydon De Kweepeer is vermoedelijk afkomstig uit Klein- en Centraal-Azië, 's werelds bakermat van de land- en tuinbouw. De Kwee is dan ook al sinds onheugelijke tijden een cultuurgewas. Het is daarom een onmogelijke opgave om heden ten dage zijn natuurlijke verspreidings gebied nauwkeurig te bepalen. De wetenschappelijke naam Cydonia is overigens afgeleid van een benaming uit de Oudheid: Mala cydonia, oftewel tafelvrucht uit de stad Cydonia (of Kydon) op Kreta of ergens in Klein- Azië, waar hij al eeuwen werd gekweekt. Ook in West-Europa is de teelt van kweeperen al heel lang in zwang. Ze zijn goed winterhard en op goede, niet te droge grond doen ze het ook prima onder schaduwrijke omstandigheden. Een doornloze schoonheid De kwee is een doornloze en bladverliezende struik of kleine boom, die ongeveer 7,5 m hoog kan worden. De boompjes vormen uiteindelijk een brede kroon. Oudere kweeperen hebben een mooie stam, waarvan hier en daar de bruinige schors afschilferd en een opvallend geel gekleurd litteken achterblijft (ongeveer zoals bij platanen). De bladeren van de kwee zijn breed elliptisch tot eivormig. Ze zijn 5-11 cm lang en gaafrandig. De korte bladsteeltjes zijn viltig behaard. De bovenkant van het blad is donkergroen, terwijl de onderzijde wollig wit behaard 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2000 | | pagina 11