De Boom In 1-2001 Mirabellen (Eng. Damsens) - klein, rond - geel met lichtrode stippen - gebruik: inmaak, dessert v.b. Mirabelle de Nancy nogal sterk en gaat van geel over geelgroen, oranje, roze, rood, donkerblauw tot nagenoeg zwart. Zelfs in de Lage Landen komen qua vorm en kleur uiteenlopende typen voor, maar de meeste zijn toch geel of rood. Verschillen zijn er ook in structuur en mate van sappigheid. Sommigen zijn vast en sappig, anderen droog en melig. Ze kunnen mierzoet tot krijtzuur smaken. De in Vlaanderen geteelde vorm is rood van kleur en ongeveer zo groot als een mirabel(le). Vanwege het uitsteekseltje aan de stempelkant van de vrucht, worden kerspruimen in Vlaanderen ook wel 'tippen' genoemd. Gebruik in de lage landen Zoals dat ook wel met ander fruit gebeurt, werden de kerspruimen vaak net na de vruchtvorming op stam verkocht. Dat wil zeggen: als ze nog aan de boom zitten. Vóór ze rijp waren werden ze geplukt. Dat was vanaf het ogenblik dat ze een kleurtje kregen. Eenmaal rijp waren ze niet meer geschikt voor export en dienden ze louter nog voor de lokale verwerking. De koper oogstte op eigen kosten, maar de plukkers werden door Kerspruimen (Mirabolanen) - rood - langgesteeld - gebruik: conserveren (schaal 1/1) de teler gevoed. In speciaal daartoe gemaakte manden werden de kerspruimen naar Londen gebracht, vanwaar ze soms weer terugkwamen als marmelade of jam. De kerspruim wordt tot op de dag van vandaag vooral geteeld om zijn vruchten en voor het verkrijgen van onderstammen voor laagstamprunus sen. Juist als onderstam is hij bekend onder de naam myrobalaan. Voorts wordt de kerspruim gebruikt als verwerkingspruim, ter decoratie en als nectar-producent (imkerij). Het vlees van de meeste kerspruimen zit vast aan de steen (de pit), wat ze minder geschikt maakt als dessertfruit. Van kerspruimen kun je echter wei uitstekende jam maken, met een aangenaam aroma en een roze kleur. De kerspruim leent zich uitstekend voor de vorming van dichte hagen. Een bloeiende kerspruimenhaag is een lust voor het oog. Andere geschikte plekken om kerspruimen te planten zijn: de boomgaard - langs de rand of juist tussen de bomen - of een verloren hoekje rond een woning of op het erf. Aanplantingen met uitsluitend kersprui men zie je niet veel. - 22 - De Boom In 1-2001 Jantje zag eens pruimen hangen... maar welke? Over de hele wereld zijn verschrikkelijk veel variëteiten van de kerspruim. Zo zijn er in Centraal-Azië kerspruimen met grote, roze bloemen, zoals de Prunus pissardi. Deze variëteit is een bekende sierboom met bruine bladeren, die omstreeks 1880 door Pissard, oppertuinman van de sjah van Perzië, in Europa is geïntroduceerd. Zelfs in de Lage Landen zijn er verschillende variëteiten. Kruisingen met nauwverwante soorten als slee doorn en kroosjes komen veel voor. Al kruisen sleedoorn en kroosjes in Noord-West-Europa beter met elkaar dan met de vele varianten van de kerspruim. Al die kruisingen maken onderscheid vaak erg moeilijk. De naam kerspruim moet men niet verwarren met kriekpruim. Kriekprui- men zijn kroosjes (P. insititia); een pruimensoort die nauw verwant is aan de kwets (P. domestica) en soms als ondersoort van deze wordt beschouwd. Een bekende cultuur-variëteit van de kroosjes is de mirabelle, een klein, rond, geel pruimpje (soms met rode stippen). Wellicht is de mirabelle voortgekomen uit een kruising tussen kroosjes en kerspruim? Overigens, de naam mirabelle lijkt wel wat op merbelaon... en lazen we net niet dat volgens de dialectboekjes, merbelaon'n en muzelaon'n kleine, gele pruimpjes waren? Zouden merbelaon'n en muzelaon'n dan mira bellen zijn en helemaal geen kers pruimen? Maar dan., kerspruimen kunnen eveneens geel zijn en worden ook wel myro-/myrabolaan of marblaan genoemd. Kerspruimen (met name de gecultiveerde) kunnen echter ook rood zijn, net als onze pruimpjes uit Cadzand, die weer muzelaon'n heten. Hoe een pruimpje uit Cadzand, voor Babylonische spraakverwarring zorgt en daarmee zijn oorsprongsgebied eer bewijst. Al bij al weten we nu nog steeds niks. Wie kan het raadsel van de merbe laon'n en muzelaon'n oplossen? Wat voor soort pruim is een merbelaon nu eigenlijk? En een muzelaon wat is dat? Persoonlijk denk is dat de namen muzelaon'n en merbelaon'n door elkaar gebruikt werden/worden voor zowel kerspruimen als mirabellen. Zoals gezegd; met de benamingen van fruitrassen nam men het vroeger niet zo nauw. Waar zou je je ook druk om maken? Mocht u echter nog het één en ander weten dat licht kan werpen op raadsel; laat het ons dan weten... we maken onszelf er graag druk om. Meneer van Dale geeft geen antwoord Om het allemaal nog verwarrender te maken geeft de Dikke van Dale myrobalaan op als benaming van uit Voor- en Oost-lndië afkomstige vruchten van het geslacht Terminalia. Terminalia is een familie van ruim 200 soorten tropische bomen - niet zelden woudreuzen. Velen daarvan, de zgn. myrobalanen, hebben vruchten met een zeer hoog gehalte aan tannine (looistof). Ze leveren daarom niet alleen uitstekende looistof voor het looien van leer, met toevoeging van ijzersulfaat, ook prima inkt. Met pruimen hebben ze echter niets uit te staan. Geraadpleegde literatuur: -Heimans, E. et al. (1983). Geïllustreerde flora van Nededand. Versluys. -Polunin, O. (1970). Bloemen en planten van Europa. Zomer Keuning. -Rooyen, Ludo (1999). De Kerspruim, deel I en II. In Pomologia (nrs. 3 en 4- 1999). -Weeda, E.J. et al. (1987). De Nededandse ecologische flora - deel 2. IVN.VARA en VEWIN. -Woldring, H. (uit Nietap). Sleedoorn, knekpruim en kerspruim (over verwantschappen en tussenvormen). In: het contactblad van de noordelijke Pomologische Vereniging. -23-

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2001 | | pagina 13