Vrijwilligerswerk op dijken
Het maaien van de Koedijk
Plaggen en zweten voor terugkeer van de ruige anjer
De Boom In 2-2001
We hebben verschillende zeeuwse beheerswerkgroepen gevraagd hoe het is om
een dijk te beheren. Hieronder hun verhalen.
door Ger Stok, Werkgroep Landschapsverzorging Walcheren
De Koedijk-Krukweg tussen Nieuwland
en Ritthem wordt sinds 14 jaar door de
weekend-werkgroep Walcheren
gemaaid. Het maaisel en de daarin
aanwezige voedingsstoffen voeren we
af. Met deze verschraling gaan we
verruiging tegen. Op termijn
verwachten we i.p.v. brandnetel, distel
en braam vooral kruiden en bloemen
een kans te geven die karakteristiek
zijn voor extensief begraasde dijken.
Het geduld van de vrijwilligers wordt
soms flink op de proef gesteld. Een
ijverige boer bemest niet alleen zijn
aardappelveld maar ook onze dijk.
Iemand brandt de droge sloten uit.
Het waterschap klepelt per abuis de
randen en laat het maaisel liggen.
Gelukkig zijn deze misverstanden nu
verleden tijd. Een naburige boer helpt
sinds een aantal jaar met het afvoeren
van het maaisel.
De eerste jaren werkten we vier dagen
(alleen de ochtend) aan dit project.
De laatste jaren doen we er drie dagen
over. Een in het voorjaar en twee in het
najaar. Het is wat te voorbarig om
hieruit af te leiden dat het verschra-
lingsbeheer zijn vruchten op gaat
leveren. De tijdswinst wordt mede
-22-
De Boom In 2-2001
veroorzaakt door het inzetten van de
maaibalk op plaatsen waar we in het
begin met de zeis maaiden. De zeis is
een mooi werktuig voor malse kruiden
op vlak terrein, maar volgens mij
ongeschikte voor bramen op een steil
talud. De zeis en soms de sikkel wordt
nu alleen nog voor de steile sloot
kanten gebruikt.
Het is vermakelijk om te zien dat de
vrijwilligers, die bij het snoeien in de
hoogste boom klimmen, bij het maaien
het steilste talud of de diepste sloot
kiezen.
Na het maaien volgt het afvoeren van
de enorme hoeveelheid maaisel.
Gelukkig past er veel op een platte
hooiwagen, als je hem goed optast.
De enige beperking is de maximale
opsteekhoogte met de hooivork. Als dit
punt bereikt is, volgt wat mij betreft, het
mooiste deel van het werk: een stukje
meerijden op de verende, wiebelende
berg maaisel.
Door Ton de Koning, medewerker VLP Noord en Midden Zeeland
Met de groep van de door de weekse
vrijwilligersploeg zijn er bepaalde
stukjes van een aantal dijken geplagd.
Dit is het afsteken en verwijderen van
de bovenste laag vegetatie met wortel
en al. Op deze manier wordt de
verruiging flink teruggedrongen en
bovendien ontstaat kale grond waarop
bijzondere soorten, zoals de ruige
anjer, kunnen kiemen.
Voor dat wij gingen plaggen werd ons
vanuit de stichting verteld over het hoe
en waarom het plaggen van enkele
dijkstukjes.
Dit zijn dijken die door de Stichting
worden gemaaid en ze worden dus niet
beweid en bemest.
Op de volgende dijken zijn er stukjes
geplagd: de Lange Mairedijk te
's-Gravenpolder, Vijfzoodijk te
Oudelande en de Ruigendijk te
Driewegen. Dit zijn stukjes waar
vroeger de ruige anjer heeft gestaan,
maar nu helaas verdwenen is. Het
opmerkelijke van deze stukjes dijk is
dat hier vroeger koeien hebben
gegraasd en dit nu niet meer het geval
is. Dit waren de op- en afritjes van de
dijken, dus waar het vee naar boven of
naar beneden ging. De ruige anjer
kwam juist voor op de kaal getrapte
stukjes van de dijken. Van daar dat wij
nu vanuit de Stichting het plan hebben
opgevat hier en daar via het plaggen
deze bijzondere plant weer kans te
geven om weer zijn verloren gebiedje
te heroveren.
We kunnen natuurlijk niet zeggen dat
we direct resultaat boeken maar we
proberen het in ieder geval en wie weet
staat hij straks weer in volle bloei op de
geplagde stukjes dijk.
ruige anjer
-23-