SLZ als ecologisch adviseur
Voorzichtig tuinieren met de ruige anjer
De Boom In 2-2001
Door Rudie Geus, medewerker SLZ
Vanaf 1999 heeft de beheerswerk-
groep van de natuurvereniging Tholen
een taludje naast een op- en afrit langs
de Kettingdijk in beheer. De dijk is
eigendom van Staatsbosbeheer die
deze dijk beheert als landschappelijke
dijk met een jonge essen beplanting.
Het bijzondere van deze dijk is het
voorkomen van de ruige anjer op het
talud naast de op-en afrit. Het betreft
waarschijnlijk de grootste groeiplaats
van Zeeland. De ruige anjer is een
tweejarige plant die kiemt op open
grond op zonnige plaatsen.
Bij de Kettingdijk staat de ruige anjer
op een slechts klein deel van het
betreffende talud van de op- en afrit.
Dit deel wordt gekenmerkt door een
zandige samenstelling van de grond.
Op dit deel van het talud staat een
open grazige vegetatie zonder
bloemdijkplanten zoals marjolein en
agrimonie, maar wel ruige anjer.
Het overige deel van het talud wordt
gekenmerkt door een erg ruige
vegetatie met o.a. veel brandnetel.
Oktober 1999 is de
vegetatie van het talud
door de beheerswerk-
groepvan natuurvere
niging Tholen voor het
eerst gemaaid en afge
voerd. Voor het maaien
zijn de uitgebloeide
bloemstengels met zaad
verzameld. Na maaien
en afvoeren van de
overige vegetatie zijn de
afgeknipte bloem
stengels weer op het
zandige deel van het
talud uitgestrooid. In
november 1999 zijn door
de vrijwilligers van VLP
NMZ op het talud een
viertal stroken geplagd. Het betrof twee
stroken aanliggend aan het zanderige
deel van het talud. In 2000 is de
vegetatie van het talud op dezelfde
wijze gemaaid en afgevoerd als in
1999, ook met verzamelen/uitstrooien
bloem/zaad-stengels.
Jaarlijks worden de exemplaren door
Leo Vermaas en Rob van der Laan van
de plantenwerkgroep van Natuur
vereniging Tholen geteld: 1999 80
exemplaren, 2000 140 exemplaren,
2001 250 exemplaren.
Door dit beheer nemen de aantallen
ruige anjer dus jaarlijks toe. Dit in
tegenstelling tot andere groeiplaatsen
van de ruige anjer waar de aantallen
de tien niet overstijgen.
Toch gaat op de Kettingdijk ook niet
altijd goed: juni 2001 is ongeveer een
kwart van de ruige anjers geklepeld
(waarschijnlijk door de aangrenzende
agrariër). Hierdoor zullen deze exem
plaren helaas niet meer in bloei komen
in 2001. Voorzichtigheid is geboden
met de ruige anjer!
-14-
De Boom In 2-2001
Door Peter Maas, medewerker SLZ
Agrarisch natuurbeheer, we zijn er binnen SLZ al aardig aan gewend. Natuurlijk,
waarom zou natuurbeheer een alleenrecht moeten zijn voor het Staatsbosbeheer of
het Zeeuws Landschap? Ook boeren kunnen op dit vlak een belangrijke rol spelen
en het Programma Beheer helpt hen daarbij.
Binnen deze regeling van het Ministerie
van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij is de zogenaamde Subsidie
regeling Agrarisch Natuurbeheer
(kortweg: SAN) van kracht. Dit is een
betrekkelijk nieuwe regeling die de
oude vanuit de Relatienota vervangt.
Een boer kon aan deze regeling
meedoen zodra zijn weiland of stuk dijk
was begrensd als beheersgebied en hij
kon een keuze maken uit verschillende
beheerspakketten. In het kort kwam het
er op neer dat hoe moeilijker zo'n
pakket aan maatregelen was, des te
zwaarder het werd gesubsidieerd. De
boer moest alleen maar in de gaten
houden of het betreffende beheer goed
paste binnen zijn eigen bedrijfsvoering.
Vanaf vorig jaar is het Programma
Beheer van kracht en dus ook de SAN.
Boeren welke eerder een Relatienota
overeenkomst hadden kunnen nu
overstappen naar de SAN. Ook
wanneer nog niet eerder aan agrarisch
natuurbeheer werd gedaan kan een
aanvraag worden ingediend. Maar de
beheerspakketten welke in de SAN zijn
opgenomen zijn op een wat andere
leest geschoeid dan de oude. Er is een
duidelijkere link naar de natuurwaarden
ter plaatse. Met een moderne uitdruk
king wordt dit ook wel 'output-gestuurd'
genoemd. Het gaat er niet zo zeer om
wat de boer precies doet, het gaat om
het resultaat. Hoeveel plantensoorten
groeien in de wei of op de dijk of welke
weidevogels hebben een nest langs de
kreek.
Tegenwoordig heeft een boer eerder
last van een muisarm dan dat hij of zij
nog eelt op de handen heeft, zoveel
papierwerk is er te doen. Tal van
verschillende regelingen en voorschrif
ten en natuurlijk evenzoveel formulie
ren. Voor wat betreft de Subsidierege
ling Agrarisch Natuurbeheer hebben
SLZ en het Steunpunt Agrarisch
Natuurbeheer de handen ineenge
slagen. SLZ gaat op stap om
ecologische informatie te verzamelen,
het steunpunt is behulpzaam bij het
invullen van het papierwerk. Als het
gaat om een stuk dijk waar een boer
een beheersovereenkomst op wil
afsluiten, dan zijn er enkele mogelijk
heden. Het ene pakket beloont meer
dan het ander en het is logisch dat
steeds geprobeerd wordt het beste uit
de regeling te halen. Een centrale
vraag daarbij is steeds naar het aantal
verschillende plantensoorten dat er op
de betreffende dijk groeit. Het gaat om
een gemiddeld aantal per 25 m2. Het
afgelopen jaar heeft SLZ in totaal 15
verschillende dijkvakken bezocht waar
de eigenaar geïnformeerd had naar de
mogelijkheden die de SAN biedt. In het
onderstaande tabel een overzicht van
alle plantensoorten welke op deze
dijken zijn gevonden. Ook mossen
tellen mee, maar aangezien dit nog al
specialistenwerk is zijn deze groep van
planten slechts spaarzaam onderzocht.
Aantallen
In de bijgevoegde tabel is een over
zicht opgenomen van alle planten
soorten welke door SLZ zijn waar-
-15-