De Boom In 1-2002 te zien. Op beschutte, maar toch open plaatsen groeien moerbeien aanvankelijk snel, wat de vruchtdracht enigszins vertraagd. Moerbeien stellen verder weinig eisen aan de bodem, al doen gedijen ze het best op kalkhoudende grond. Door hun oppervlakkige wortelstelsel zijn moerbeien gevoelig voor droogte. Veel organisch materiaal in bovengrond is daarom gunstig. Moerbeien kunnen heel gemakkelijk gestekt worden. Enten op wortels van witte moerbeien leveren de sterkste groei op. De boom kan slecht tegen verplanten en het insnoeien van wortels. Plant alleen jonge boompjes en behandel de kluit met zorg. Plant zo vroeg mogelijk vóór de winter (september) of na de winter als de sapstroom reeds op gang is (april). Onderhoud is niet of nauwelijks nodig. Het volstaat alleen wat dood en al te dik staand hout te verwijderen, maar zelfs dat is eigenlijk niet eens echt noodzakelijk. Monumentale moerbeien in Zeeland Zwarte moerbeien: Kuitaart - Frederik Hendrikstraat 75 Veere - Kaai 27, achter het omtrek: 213 cm museum hoogte: 6 m omtrek: 157 cm plantjaar 1910-1920 hoogte: 12 m Ook op een erf in de buurt van het plantjaar 1890-1900 Zeeuws-Vlaamse Turkeye staat een Cultuurhistorisch en dendrologisch indrukwekkend exemplaar. van grote waarde. Deze boom is een stek van een moerbei uit de Oostkapelle - Dorpsstraat 52 tuin van de hervormde pastorie in omtrek: 268 cm Veere. In 1898 gestekt. Stek van hoogte: 12 m 1.3 m lang. Vroeger is de holle plantjaar: 1880-1890 stam volgestort met cement. In 1978 is de boom gerestaureerd en Rilland - Oude Rijksweg 72 zijn verankeringen aangebracht. omtrek: 240 cm hoogte: 9 m plantjaar: 1850-1860 Zeer oud exemplaar. Deze boom heeft als één van de weinige de ramp van '53 overleefd. Het zoute Witte moerbeien: water stond toen 1 m boven Biervliet - Noordstraat 44 maaiveld! omtrek: 172 cm hoogte: 13 m Colijnsplaat - Molenweg 2 plantjaar: 1900-1910 omtrek: 250 cm Hoogste en op één na dikste hoogte: 9 m geregistreerde exemplaar in plantjaar: 1830-1840 Nededand. Geraadpleegde bronnen - Bauwens, P. Moerbeienkleur. in: Hobbytuin magazine - oktober 1999 - Paterson, A. Loved by king and peacock, the mulberry tree in Britain, in: Country Life - february 1978 - Polunin, 0.1970. Bloemen en planten van Europa. Zomer en Keuning. Wageningen - Wit, H. de en K. Boedijn. 1963. De wereld der planten - deel 1. W. Gaade. Den Haag. - 22 - De Boom In 1-2002 De moerbeiboom van Jacoba van Beieren Op het terrein van het voormalige slot Ostende In Goes (waar thans de bioscoop is) stond tot in het jaar 1929 een eeuwenoude moerbeiboom. De boom zou door Jacoba van Beieren (1401-1436) zijn geplant. Na de woelige jaren van de Hoekse en Kabeljauwse twisten en de onderwerping aan Filips de Goede van Bourgondië, trouwde Jacoba van Beieren voor een vierde maal en wel met Frank van Borsselen, een van haar voormalige tegenstanders. Frank van Borsselen bezat het slot Ostende te Goes en Jacoba van Beieren vertoefde er zo nu en dan. Tussen haar en de stad groeide wederzijdse genegenheid. Zij gaf de stad een stedelijk karakter en privileges. Volgens de Goesse predikant Swalue moet het verband tussen de moerbeiboom en Jacoba van Beieren symbolisch worden opgevat. Hij beweerde niet dat de boom daadwerkelijk door hertogin zelf zou zijn aangeplant, maar wel dat hij ruim vier eeuwen oud en dus uit haar tijd stamde (eerste helft 15e eeuw). Hij baseerde zich op de overleveringen van de familie van de heren Van der Goes. De boom die in de noordwesthoek van de hof van het voormalige slot stond, droeg in Swalue's dagen (dertiger jaren van de 19e eeuw) nog overvloedig vrucht. 'De aanblik op dezen boom is waarlijk roerend De vruchten zijn door hun aangenaamheid het beeld der gunsten, waarmede Jacoba dezen omtrek begunstigd heeft. Vele kranken zijn in al die jaren door zijne vruchten verkwikt, en steeds worden gelijk vroeger van den ouden moederstam, jaarlijks nieuwe loten getrokken. Het belang is dus nog de beschermgeest van den boom'. De predikant Soetbrood Piccardt beweerd een kwart eeuw later dat uit de overleveringen van de familie Van der Goes blijkt dat de boom niet ruim vier eeuwen oud, maar slechts meer dan drie eeuwen oud zou zijn. Ook hij wilde uit angst om 'heiligschennis' te plegen niet beweren dat Jacoba van Beieren hem niet zelf had geplant, maar deed dit verhaal in een voetnoot toch af als volksgeloof. Soetbrood Piccardt vermoedde dat in de tijd van Jacoba op de plaats van de boom een toren stond. Hij baseerde dat vermoeden op een prent uit de 18e eeuw, waarop aan één zijde van het hoofdgebouw van het slot een toren staat, terwijl aan de andere kant een boom is afgebeeld die veel weg heeft van een moerbeiboom. In de eerste helft van de 19e eeuw was het slot al door verwaarlozing en verbouwing verworden tot een enkele muur en 'eenige brokken eens onderaardschen gangs'. In 1890 was er een herberg voor boeren en vrachtrijders gevestigd. In dat jaar meldt dr. Van Nooten in Sempervirens dat de stam hol was en half neer lag. Het blad zag frisgroen uit. Jaarlijks bracht de boom nog een overvloed aan kostelijke vruchten voort. De roemruchte moerbeiboom, die in elk geval tot de eersten behoorde die in de Nederlanden zijn aangeplant, leefde voort. Pas in 1929 is hij toch stuk gevroren, op vier- a vijfhonderdjarige leeftijd. Bron: Kuipers, J. (1988) Dwaallichten in de delta. Uitgeverij de Koperen Tuin, Goes. -23 -

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2002 | | pagina 13