Recreatieve openstelling van
natuurgebieden
Let op!!!!
De
vrijwilligers-
dag is op 31
augustus!!!
De Boom In 2-2002
Recreatie en natuurbescherming, gaat dat samen? Een verkeerde vraag misschien.
Gaat het altijd samen? Nee dus, niet altijd maar wel vaak. Andere artikelen in dit
nummer geven aan hoe vooral op recreatieterreinen (groot of klein) de natuur
versterkt kan worden. Daar gaan vanzelfsprekend recreatie en natuur heel goed
samen. Maar daarbuiten in de 'echte' natuurgebieden? Een organisatie die reeds
lang het hoofd gebogen heeft omtrent deze vragen is het Staatsbosbeheer. In hun
takenpakket zit vooral natuurbeheer, naast recreatief medegebruik. Hoe lossen ze
dat op?
Door Peter Maas, medewerker SLZ
Laten we eerlijk zijn. Er zijn heel
duidelijk gevallen aan te geven waar de
twee belangen nu eenmaal niet te
combineren zijn. Natuur blijkt dan de
zwakste schakel en kan in haar
ontwikkelingsmogelijkheden
gefrustreerd worden. Wat te denken
van 'loslopende' wandelaars die door
een vochtig hooiland struinen dat vol
staat van de orchideeën, of
mountainbikers die dwars door het
hollebollig weiland crossen zodat alle
grutto's van het nest opvliegen. Binnen
de Ecologische Hoofdstructuur, waar
de meest belangrijke natuurgebieden
van Zeeland in zijn begrensd, komen
dergelijke confrontaties soms
nadrukkelijk in beeld. De
natuurwaarden in de duinen op de Kop
van Schouwen zijn zelfs op landelijke
schaal zeer bijzonder. Maar middenin
het gebied ligt een camping. De
waterhuishouding zodanig regelen dat
de natuurwaarden optimaal tot
ontwikkeling kunnen komen is niet
mogelijk zolang deze camping daar
gelegen is. Het gaat wat ver om alle
campinggasten te verplichten om op
luchtbedden te slapen. Die blijven in
ieder geval drijven op het moment dat
de waterstand omhoog gaat. Maar is
het ook teveel gevraagd om gewoon de
camping zelf in zijn geheel te
verplaatsen? Natuurlijk is daarmee veel
geld gemoeid, maar als dat aspect
oplosbaar is, hoeft er verder geen
belemmering meer te zijn om de twee
belangen los te koppelen. Zo zijn er
meer voorbeelden in het Zeeuwse te
verzinnen. De zilte buitendijkse natuur,
met soms zeer grote aantallen
steltlopers die worden verstoord zodra
een fietser buitendijks zijn neus laat
zien. Een dwergstern op een nest met
jonge vogels en een zonnige dag
waarbij zowat iedereen het strand op
rent. Het zijn zaken die op te lossen zijn
met goede afspraken en zonering.
Staatsbosbeheer was wat betreft
recreatie altijd al vooruitstrevend. In
feite moet elk gebied op een of andere
manier toegankelijk zijn voor
bezoekers. Zijn de natuurwaarden zo
kwetsbaar dat dat niet gaat, dan moet
een terrein in ieder geval beleefbaar
zijn. Slechts in heel hoge
uitzonderingen en met hele goede
argumenten kan een terrein helemaal
afgesloten zijn voor publiek.
Staatsbosbeheer streeft naar een
openstelling van 95 Om de
recreatiedoeltypen, die naast de
natuurdoeltypen op elk terrein gelegd
worden goed te kunnen meten, heeft
Staatbosbeheer een aantal
recreatiedoeltypen aangehouden. De
zes belangrijkste zijn:
- 12 -
- Afgesloten, geen recreatieve
betekenis.
- Beleefbaar.
- Tijdelijk opengesteld laag niveau.
- Opengesteld laag niveau.
- Opengesteld basisniveau.
- Opengesteld plus niveau.
Aan elk niveau zijn verschillende
normen gekoppeld. Het hele systeem is
er op gebaseerd dat je de aanwezige
natuurwaarden en kwetsbaarheid van
een gebied laat bepalen of je
bezoekers moet toe laten, in welke
mate, en hoeveel voorzieningen je
moet treffen om de bezoeker in staat te
stellen om van het terrein te genieten.
Sommige vogelbroedgebieden zijn
bijvoorbeeld in een bepaald jaargetijde
wel geopend, maar net voor, na en
tijdens het broedseizoen gesloten.
Sommige weidevogelgebieden kan je
prima vanaf de buitenkant beleven.
Verder kun je door middel van het
aanleggen van paden de bezoekers
stroomlijnen. Je kan het pad bewust
door het minst kwetsbare gedeelte van
het gebied laten lopen. Of je maakt een
aantal goed begaanbare paden in de
minder kwetsbare gedeelten en een
aantal slecht begaanbare paden
De Boom In 2-2002
(laarzen paden) door de meer
kwetsbare gebieden. Op deze manier
zorg je er voor dat in de kwetsbare
gebieden veel minder bezoekers
komen en de verstoring dus minimaal
blijft. Voorop staat dat de bezoeker
moet kunnen genieten.
Natuurbescherming kun je alleen
bijbrengen door mensen bij de natuur te
brengen.
Wat dat laatste betreft liggen er
voortreffelijke mogelijkheden in
sommige stukken grootschalige 'nieuwe
natuur'. Het Eiland van de Meijer
bijvoorbeeld, een tot natuurgebied
omgetoverd stuk akkerland langs de
Otheense kreek bij Temeuzen, kent
geen enkele beperking wat betreft de
openstelling. Sterker nog, en zijn zelfs
geen paden. Vanaf de enige toegang
die het gebied kent, zoekt de bezoeker
zelf maar uit waar die precies naar toe
wilt en zo ontstaat heel vanzelf een
soort zonering. Een druk belopen
paadje naar dat visstekkie aan de
kreek, maar als je dat leuke stukje
moeras wilt bezoeken helemaal
achteraan, dan zul je jezelf een weg
moeten banen.
-13-