5.3. Onderhoudsregelingen kleine landschapselementen
De Boom In 2-2003
veel aanwezige muurplanten met het
afgevoerde puin en worden de muren
met moderne bouwmaterialen
opgebouwd. Hierop kunnen zich geen
muurplanten vestigen, omdat het
substraat te hard en kalkarm is. Het
ontbreekt gemeenten en bouwbedrijven
aan de herkenning van bijzondere
muurplanten en praktische informatie
om deze muren 'plantvriendelijk' te
restaureren. Stichting Landschapsbe
heer Zeeland heeft een brochure
gemaakt waarin muurplanten staan
beschreven en hoe deze bij
restauratiewerkzaamheden beschermd
en nieuwe groeiplaatsen gecreëerd
kunnen worden. Er is ook een locatie
gevonden om daadwerkelijk een
bouwwerk met een rijke muurplant-
begroeiing te restaureren. De uitvoering
zal in de eerste helft van 2003
plaatsvinden. De totale kosten voor dit
project bedragen 11.000, gefinancierd
door de Nationale Postcode Loterij en
de provincie Zeeland.
Hagedis
Er zijn de laatste jaren hier en daar
waarnemingen van en inventarisaties
gedaan naar voorkomen en
verspreiding van de zandhagedis en
levendbarende hagedis. Waar het
vervolgens aan ontbreekt is het treffen
van kleinschalige beheersmaatregelen
om de soorten in hun (mogelijke)
voortbestaan te steunen. Hagedissen
hebben op een beperkt oppervlak graag
een grote diversiteit aan verschillende
milieus (zon/schaduw; vochtig/droog;
openheid/beschutting. Door
kleinschalige beheersmaatregelen als
maaien, plaggen etc. kan deze
diversiteit in een groter gebied
gerealiseerd worden. Op een locatie op
Schouwen-Duiveland zijn in overleg met
Waterschap Zeeuwse Eilanden
maaiwerkzaamheden uitgevoerd. Er zijn
toen ook hagedissen waargenomen.
Het vervolg zal zijn gericht op de
uitbreiding van het leefgebied op deze
locatie. De kosten bedragen 5.000,
gefinancierd door de provincie Zeeland.
Dijkplanten
De bedoelde planten zijn soorten van
bloemrijke dijken en moerasgebiedjes
en zijn in Nederland en Zeeland door
verruiging zeldzaam geworden. Het
gaat om de volgende soorten:
ruige anjer, mantelanjer, kruipend
moerasscherm, wilde peterselie en
donderkruid. Een aantal jaren geleden
is er achterstallig onderhoud wegge
werkt. De werkzaamheden bestonden
uit het maaien, hooien en afvoeren van
het maaisel, eventueel aangevuld met
plagwerkzaamheden. Op ca. 11 locaties
was het noodzakelijk deze werkzaam
heden voort te zetten. Op enkele
plaatsen is aanvullend werk door een
loonbedrijf verricht. De totale kosten
voor dit project bedroegen 11.000,
gefinancierd door de provincie Zeeland.
Vleermuizen
Vleermuizen houden een winterslaap in
door mensen gemaakte kunstwerken
als bunkers, sluisjes in binnendijken en
aardappelkelders. De werkzaamheden
omvatten het schoonmaken van het
element; het metselen van isolerende
buiten- en binnenmuren
(kalkzandsteen); het aanbrengen van
deur, sloten en een thermometer.
Enkele bunkers/kelders worden vorstvrij
gemaakt door ze af te dekken met
grond. In totaal is gewerkt aan 4
kunstwerken. De totale kosten voor dit
project bedroegen 11.000, gefinan
cierd door de Nationale Postcode Loterij
en de provincie Zeeland.
-16-
Jaarverslag 2002
Doelsubsidie
Sinds 1985 stelde de provincie Zeeland
jaarlijks een doelsubsidie beheer en
onderhoud kleine landschapselementen
beschikbaar aan SLZ. Vanaf 1995
maakt deze doelsubsidie deel uit van de
budgetsubsidie die SLZ van de
provincie ontvangt. Besteding van de
middelen is echter ongewijzigd
gebleven. Dat betekent dat eenvoudige
onderhoudsovereenkomsten afgesloten
worden met de eigenaren of gebruikers
van kleine landschapselementen. De
overeenkomst wordt afgesloten voor
een bepaalde onderhoudsactiviteit. Men
onderhoudt een landschapselement,
sluit daarvoor een overeenkomst af, en
krijgt na uitvoering van het werk een
onderhoudsbijdrage. Uitbetaling vindt
plaats na afloop van het werk aan de
uitvoerder van het werk. Er wordt geen
financiële bijdrage gegeven aan
natuurbeherende instanties, water
schappen, gemeenten e.d.
Er wordt een bijdrage uitgekeerd voor
onderhoud aan en herstel van enkele
geselecteerde landschapselementen.
Besloten is om vooral te kiezen voor die
elementen die beslist regelmatig
onderhoud nodig hebben om te kunnen
blijven voortbestaan. Dit zijn:
knotbomen, heggen, houtwallen,
hoogstamfruitbomen, leibomen,
hakhoutbosjes, drinkputten. Daarnaast
wordt in bijzondere gevallen een bijdra
ge gegeven voor onderhoud van andere
elementen, zoals dijken, rietlanden en
bomenrijen.
Tenslotte is besloten om in de meeste
gevallen de bijdrage te beperken tot een
symbolisch bedrag. Op deze wijze kan
een bijdrage geleverd worden aan het
onderhoud van veel landschapsele
menten. Deze symbolische bijdragen
zijn over het algemeen juist voldoende
om de onkosten van de uitvoerder van
het onderhoud te betalen. Een uitzonde
ring betreft veedrinkputten. Het
opschonen van drinkputten wordt
volledig bekostigd, omdat het bijzonder
waardevolle elementen zijn, en omdat
het meestal onmogelijk is om putten uit
te baggeren zonder tussenkomst van
een loonwerker met een hydraulische
kraan.
VOL
Een andere onderhoudsregeling, de
ROLRAL (regeling onderhouds
overeenkomsten landschapselementen/
regeling aanwijzing landschapsele
menten) is per 1 januari 1992 gedecen
traliseerd van het ministerie van
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
naar de provincies. De provincie
Zeeland heeft de ROLRAL omgebouwd
tot de Verordening Onderhouds
overeenkomsten kleine Landschapsele
menten, in het vervolg aan te duiden als
VOL. De VOL geldt voor het gehele
grondgebied van de provincie. Voor
kleine landschapselementen die van
grote landschappelijke, natuurwe
tenschappelijke en/of cultuurhistorische
betekenis zijn, kunnen overeenkomsten
gesloten worden.
De provincie heeft besloten om de
uitvoering van de VOL te laten
plaatsvinden door SLZ. Het voor de
VOL beschikbare budget is vanaf 1995
eveneens opgenomen in de al eerder
genoemde budgetsubsidie. Vanaf 1997
is het beschikbare budget enigszins
uitgebreid, doordat de provincie extra
middelen beschikbaar stelt voor
agrarisch natuurbeheer. Daarmee werd
het mogelijk om de vergoedingen gelijk
te trekken met vergoedingen die voor
hetzelfde werk beschikbaar gesteld
worden via beheersovereenkomsten
relatienota.
Via de VOL kunnen particuliere
grondgebruikers voor onderhoud en
herstel van hun kleine landschaps
elementen een overeenkomst sluiten
met een looptijd van 10 jaar. Gedurende
die 10 jaar dient men het element in
stand te houden en het noodzakelijke
-17-