O
K
Veenmolmeldingen uit Zeeland
SLZ en 1000 erven
door Nanning-Jan Honingh, SLZ-medewerker soortenbeheer
5LZ heeft dit voorjaar een grappige en informatieve poster over de veenmol uitgegeven. Er
werd een oproep geplaatst in verschillende kranten en lokale bladen met een oproep om
waarnemingen van veenmollen door te geven. In totaal hebben 45 mensen gereageerd.
Vooral van Tholen kwamen veel meldingen binnen (26) (Schouwen 6; Walcheren 6; Z-
Beveland 3; N-Beveland 1; Zeeuws Vlaanderen 1; buiten Zeeland: 2).
De veenmol is een groot soort krekel die een
ondergronds bestaan leidt. Het liefst heeft hij rulle
veen- of zandgrond en kan met zijn gegraaf en
geknaag schade aan gewassen toebrengen. De
schade bestaat vooral uit het omvergraven en
doorknagen van jong plantgoed (o.m. boontjes,
venkel, uien, spinazie) en het aanvreten van vroe
ge aardappelen. Vooral bij volkstuin-liefhebbers is
hij berucht. De veenmol eet overigens ook zelf
(schadelijke) insecten.
De meeste mensen belden om hun hart te luchten
over de schade die de veenmol in hun groentetuin
toebracht. Ze waren benieuwd naar maatregelen
om de veenmol te bestrijden, omdat hèt middel
tegen veenmollen, korrels Mesurol, verboden is en
in Nederland uit de handel is genomen. Een ande
re categorie melders had weliswaar veel last van
de veenmol, maar relativeerde de schade. Ook
vogels en andere insecten eisten een deel van hun
oogst, en de veenmol kon er dan ook nog wel bij.
Er waren mensen die de uitwerking van mesurol-
korrels vreselijk vonden. Zij zetten de veenmollen
elders levend uit. Een enkeling zag hoe de kippen,
de kat, kauwtjes of meeuwen veenmollen te gra
zen namen. Anderen hadden wel eens veenmollen
in hun tuin, maar bestreden ze niet. Twee melders
hadden een angstfobie aan de veenmol overge
houden, nadat ze tijdens verbouwingswerkzaam
heden veenmollen hadden opgegraven.
Diervriendelijke oplossingen
Sommigen hadden ook milieu- en dier
vriendelijke oplossingen gevonden om
de schade van veenmollen binnen de
perken te houden. Iemand beheerde zijn
volkstuin wat extensiever door een soort
'akkerrand' over te laten en niet te vaak
de grond los te wieden. Hierdoor werd
de omgeving voor de veenmol minder
aantrekkelijk. Een ander gebruikte var-
kensmest i.p.v. paarde- of koemest.
Varkensmest zou veenmollen weren.
Anderen zetten plastic potjes zonder
bodem rond het jonge plantgoed.
Op de veenmolposter staat informatie
over de leefwijze van de veenmol en tips
over milieu- en diervriendelijke maatre
gelen tegen vraat van veenmollen. De
poster is gratis te bestellen bij SLZ.
Veenmol (foto: Rene Krekels)
Door Peter Maas, medewerker SLZ
Het landschap in Zeeland is altijd in sterke mate bepaald geweest door het landbouwkundig
grondgebruik. Toch is Zeeland nooit een kale provincie geweest. Men had voor verschillende
doeleinden hout nodig: bomen als windvangers, hout om te stoken en geriefhout voor
gereedschappen e.d. Bomen werden geplant op plaatsen waar ze het landbouwbedrijf niet
in de weg stonden: op de binnendijken en op en rond de boerenerven. Deze laatste hebben
dus altijd een zeer grote rol gespeeld in het Zeeuwse landschapsbeeld.
Rond 1930 waren er in Zeeland meer
dan 11.000 boerenbedrijven. Alle
bedrijven hadden uiteraard bedrijfsge
bouwen met een groter of kleiner erf
eromheen. Inmiddels is het aantal
landbouwbedrijven in Zeeland
drastisch afgenomen, maar dat bete
kent niet dat ook het aantal bedrijfs
gebouwen en hun erven is afgeno
men. Het lijkt een reële schatting om
uit te gaan van ongeveer 10.000
erven in Zeeland op dit moment.
omgeving. Het resterende bedrag wordt gefinan
cierd door enkele gemeenten, provincie Zeeland,
ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en
Voedselkwaliteit, de Europese Unie en de
Nationale Postcode Loterij.
Woensdag 19 november 2003 was gedeputeerde
Thijs Kramer te gast bij de familie van de Winckel
om het startsein te geven dit 1000e erf op te
knappen. De graafmachines hadden hun werk
reeds gedaan, bomen gingen de grond in en Thijs
Kramer onthulde een nestkast voor de kerkuil.
Vanaf 1994 heeft SLZ speciale projec
ten rond streekeigen erven opgezet.
Het aantal erven wat via een van deze
projecten is opgeknapt loopt tegen de
duizend. In tien jaar tijd, is er zo'n
10% van het totale aantal opgeknapt.
Er is een grote belangstelling van eige
naren om mee te doen. Dit blijkt ook
uit de bereidheid die er is om een deel
van de kosten te dragen. Van de totale
kosten hebben de eigenaren naar
schatting 30% bijgedragen. Het is dus
bij uitstek een mogelijkheid om de
eigenaren te betrekken bij de zorg
voor natuur en landschap in hun eigen
Gedeputeerde
Kramer ont
hult nestkast
kerkuil (foto:
Peter Maas)