O O O O O
O
Vreemde vruchten
De Boomdijk
te Nw en St
Joosland voor.
...en nadat de scouts hier aan het werk zijn geweest op de Natuurwerkdag (foto's Robert Wielemaker).
6. De vijg
Door Winant Halfwerk, vroeger medewerker SLZ
In deze rubriek aandacht voor een aantal fruitsoorten die vooral vroeger op menig boerenerf
te vinden waren. Meestal stonden ze in de (moes)tuin, vaak niet eens in de boomgaard.
Vaak ging het maar om één of enkele exemplaren. Een beetje buitenbeentjes dus. Soms
wisten de eigenaars niet eens goed wat ze aan moesten met deze vruchten. Toch werden ze
in stand gehouden, want iets weggooien dat deed je niet en je kon er altijd wel iets mee
doen, zo niet, een ander dan toch. De afgelopen halve eeuw zijn deze fruitsoorten steeds
minder algemeen geworden. In deze zesde (en laatste?) aflevering aandacht voor de vijg.
Latex, Boeddha en sarcofagen
De vijg (Ficus carica) is de enige ver
tegenwoordiger van het geslacht Ficus
in Europa. Dit geslacht omvat meer
dan duizend soorten en is daarmee
één van de omvangrijkste geslachten
in de wereld. Met nog zo'n 50 andere
subfamilies - waaronder die van de
moerbei - behoort het tot de familie
van moerbeiachtigen, die op haar
beurt weer deel uitmaakt van de
vezelrijke orde der Urticales, waartoe
ook brandnetel, hennep, hop en iep
worden gerekend. Het merendeel van
de ficussen groeit in de tropen en sub
tropen. "Onze" vijg is de meest
winterharde en heeft van alle vijgens
oorten het noordelijkste verspreidings
gebied.
Andere bekende vijgensoorten zijn:
- Ficus elastica of rubberboom. Dit is
de overbekende huiskamerplant met
zijn glad-de, grijze stam en donker
groene, glanzende bladeren. Deze
Zuid-Oost-Aziatische boom werd
vroeger veel geteeld omwille van zijn
melksap (latex). In parken en tuinen
rond de Middellandse Zee zijn exemplaren te
bewonderen van gigantische afmetingen.
- Ficus benghalensis is de majestueuze
Banyanboom van het Indiase subcontinent. De
boom maakt wijd uitlopende, horizontaal groeien
de takken van waaruit hele kluwens luchtwortels
neerdalen. Deze schieten uiteindelijk wortel en
fungeren dan als dikke steunpilaren die de zware
takken schragen. Zo wordt een ruim en
schaduwrijk gewelf gevormd waaronder het in
zonnige, warme streken goed toeven is. De ver-
slagleggers die rond 325 v.C. met Alexander de
Grote meetrokken op zijn tocht over de
Khyberpas, verhaalden van een boom in de buurt
van de Indus, waarvan de takken zo'n reikwijdte
hadden, dat er een compleet leger onder bivakke
ren kon. Waarschijnlijk zagen zij een banyanboom.
In India is de boom veel aangeplant op markten.
De handelslieden, bany, die onder deze lommerrij
ke "markthal" hun koopwaar uitstallen hebben
aan de boom hun naam gegeven. De banyan is
ook de "heilige" boom waaronder Boeddha en
zijn volgelingen plachten te mediteren.
- Ficus sycomorus, de sycomore. Reeds duizenden
jaren geleden werd deze boom door de Oude
Egyptenaren in cultuur gebracht. De boom leverde
hen naast verkoelende schaduw en smakelijke