T
helpen al lange tijd bij het afvoeren van maaisel bij
enkele particuliere eigenaren.
Een enkel project, zoals buitenplaats Duinvliet bij
Domburg (nu helaas beëindigd) en de Rietput in
het Goese Sas bleef bij de groep die er ooit
begonnen was. Hier is steeds meer in beheer
genomen en soortenrijkdom en aantallen zijn
geweldig toegenomen. Andere projecten werden
overgenomen door doordeweekse vrijwilligers en
nieuwe projecten gestart, zoals de Wildernis bij
Zonnemaire, waar we na 10 jaar nu zijn over
gegaan naar 1 maaibeurt. Ten koste van een
(tijdelijke) afname van rietorchis is het terrein nu
rijker aan soorten waaronder honderden bijen
orchissen en addertong.
De Rietdijk bij Zonnemaire, meer dan 20 jaar in
beheer, wordt door kenners als 1 van de mooiste
van Zeeland gezien, met soorten als beemdkroon,
bevertjes (trilgras) en vleugeltjesbloem, die alle 3
sterk zijn uitgebreid. Al die andere terreinen zullen
vroeg of laat wel eens aandacht krijgen in 'de
Boom in'.
Zeeuws-Vlaanderen
In Zeeuws-Vlaanderen dateert het oudste maai-
project van 1985. Dat jaar begon De Steltkluut
met het maaien van de oevervegetatie van de
Elooiskreek bij Zuiddorpe. Omdat de gewenste
botanische ontwikkeling uitbleef werd het project
na een jaar of vier gestaakt. Bijna alle maaiprojec-
ten werden daarna door de doordeweekse vrijwilli
gers uitgevoerd. Veel projecten maken deel uit van
het Soortenbeleid. Daarin staat de bescherming
van een of enkele soorten voorop. Een bekend
voorbeeld zijn de projecten voor het kruipend
moerasscherm. Dit is een zeer zeldzame plant die
buiten de Zeeuws Vlaamse kreken nauwelijks
voorkomt. Aan de Vogelkreek wordt al
een 15-tal jaren voor deze soort
gemaaid. Maar ook aan de St.
Kruiskreek en Canisvliet droegen vrij
willigers hun steentje aan de bescher
ming bij. De eveneens bijzondere bok-
kenorchis en poppenorchis zijn soorten
van warme, goed op het zuiden lig
gende dijken. Aan de Kleine boomdijk
bij St. Kruis en bij Breskens houden
vrijwilligers deze opvallende soorten in
stand. Het gaat bij soortenbeleid van
zelfsprekend niet alleen om planten.
Van een bloemrijke omgeving profite
ren ook de talrijke insecten. De vijf-
stippige st. jansvlinder is een doelsoort
van bloemrijke graslanden. Bij
Breskens en het Sluizencomplex van
Temeuzen wordt hiervoor jaarlijks
gehooid. Wellicht de zeldzaamste van
de Zeeuwse bijen is de knautiabij. De
enige bekende populatie ervan in
Zuidwest Nederland leeft in de ber
men van het kruispunt St. Anna van
Terneuzen. Onmiddellijk na de ont
dekking ervan is het beheer van de
wegberm met succes door vrijwilligers
ter hand genomen. Dat succes geldt
overigens voor alle soortprojecten.
Door het kleinschalige maaibeheer op
maat, wisten alle doelsoorten tot nu
toe goed te overleven. Veel populaties
wisten zich zelfs sterk uit te breiden.
Daar mogen we best trots op zijn.
Tot slot
Belangrijkste reden voor dit artikel is dat we wilden
stilstaan bij al die jaren en al die vrijwilligershan-
den, waarmee dit alles gerealiseerd is. Er zijn nog
vrijwilligers bij van het eerste uur uit de weekend-
groepen, er zijn de blijvers onder de doordeweekse
vrijwilligers (sommigen al langer dan 10 jaar), er
zijn de 'tijdelijke' vrijwilligers geweest, die de groe
pen op sterkte hielden en er waren vrijwilligers, die
een baan vonden bij SLZ.
Dit jaar is op een gezamenlijke werkdag van de
huidige doordeweekse vrijwilligers aandacht
besteed aan 20 jaar maaibeheer. De door Lucien
Calle ontwikkelde cursus maaibeheer werd deze
dag voor het eerst gegeven.
-•> •- -
De Boom In 3-2005
Noord- en Midden Zeeland
Moeraswespenorchis in de Rietput bij het
Goese Sas, Zuid Beveland (foto: Tonnie
Outermans)
0e Boom In 2VO'j
De kopmaaier wordt vaak gebruikt bij het beheren van ecologisch waardevolle terreinen. Hier tijdens de
gezamenlijke werk- en cursusdag van de VLP's aan de Vogelkreek in Oost-Zeeuws Vlaanderen (foto:
Sandra Dobbelaar).