O Soort van moeras: De noordse woel muis 5 Door Nanning-Jan Honingh, medewerker soortenbeheer SLZ. De noordse woelmuis (Microtus oeconomus) is na het terugtrekken van het pakijs van de laatste ijstijdperiode in Nederland achtergebleven en kon alleen overleven in lage en vochti ge gebieden. Hierdoor is een ondersoort ontstaan die alleen in Nederland leeft: Microtus oeconomus arenicola. In Zeeland zijn ze bekend van de inlagen en kreekrestanten op Beveland en Schouwen-Duiveland en de eilanden in het Veerse meer, Grevelingen en Krammer-Volkerrak. De noordse woelmuis is een 'kleine grazer' en eet rietspruiten, zeggen, biezen, grassen en kruiden. In de winter eten ze ook schors, zaden en wortels. Noordse woelmuizen zijn behoorlijk mobiel: ze kunnen breed water overbruggen en eilandjes bereiken die meer dan 1.500 meter van het vaste land afliggen. Als zij hun gebied niet hoeven te delen met de aardmuis of de veldmuis dan bezet ten ze droge èn natte delen. Verschijnen de aard en veldmuis ten tonele, dan bezet de veldmuis de droogste delen met korte vegetatie en de aardmuis verdringt de noordse woelmuis naar de natste delen van het terrein. Wanneer het terrein door een extreem hoge waterstand tijdelijk onder loopt, kan de noordse woelmuis tijdens zo'n 'ramp' het best het hoofd boven water houden öf het gebied als eerste weer herkoloniseren. Sinds de realisatie van de Deltawerken, vecht de noordse woelmuis meer dan ooit voor zijn voort- Noordse woelmuis (foto: Rollin Verlinde) bestaan. Noord-Beveland bijvoorbeeld, voorheen een bolwerk van de noordse woelmuis, is door de vasteland verbin dingen grotendeels bezet door veld muizen. Hierdoor zijn de verschillende populaties noordse woelmuis in de gehele provincie Zeeland versnipperd geraakt. Veerse meer De noordse woelmuis kwam in 1997 nog op de volgende eilanden in het Veerse meer voor: Schutteplaat, Haringvreter, Soelekerkerplaat, Grote Middelplaat en de Kleine Middelplaat. Het Soortbeschermingsplan voor de noordse woelmuis somt een maatrege lenpakket op, waaronder het beheer van dergelijke eilanden. Deze maatre gel bestaat uit het tegengaan van opslag van bomen en struiken en het creëren van rietland en ruigte. SLZ heeft eerder op Schouwen- Duiveland bossages rond een kleine weel bij Steenzwaan aan de Oude Polderdijk aangepakt, waar in het ver leden ook noordse woelmuizen waren gevonden. Op dierendag 2005 zijn we met een 30-tal vrijwillige landschaps- i'Qe Boom In 4-2005 beheerders door een boot van het waterschap naar de Haringvreter over gezet. Hier hebben we op een plek het riet gemaaid en hebben we bossa ges van wilg en berk afgezet. Op alle eilanden in het Veerse meer rukt het bos op, waardoor de noordse woel muis hier verdwijnt. Deze dag was het begin van een experiment om elk jaar een deel van een van de eilanden aan te pakken. Toch zal dit niet voldoende zijn. Het beste is om een wisselender peilbeheer in het Veerse meer toe te passen. Vóór 2001 was er een (tegennatuurlijk) peil beheer met hoge zomerwaterstanden en lage winterwaterstanden. Na 2001 is er een stabiel waterpeil ingesteld. Beslissingen om een natuurlijk wisse lend peilbeheer in te stellen zijn voor lopig van de baan. Omdat er nu een vast peilregime heerst kunnen we pro beren om in elk geval een brede oeverzone onder water te zetten. Dit gaat opslag van bomen en struiken tegen en weert mogelijke concurrentie van aard- en veldmuis. In overleg met Staatsbosbeheer, de beheerder van de Haringvreter, zullen we een deel van de oever door een kraan laten verla gen. Dan moet er ook een deel uitge- rasterd worden, zodat het vee er niet bij kan. Begrazing en betreding door grote grazers is immers voor muizen niet goed. Ook de andere eilandjes in het Veerse meer moeten op deze manier worden aangepakt. Overigens hebben we die ene dag waarschijnlijk één aardmuis gezien, hetgeen bete kent dat deze de Haringvreter inmiddels ook heeft bereikt. Er moet dus al met al nog veel werk wor den verzet om de noordse woelmuis van de ondergang te redden! Verspreiding van de noordse woelmuis in het Deltagebied in de jaren negentig (1990 t/m 1998) Literatuur: - De Noordse woelmuis op eilanden in de Deltawateren; verslag van een inventarisatie van de Noordse woelmuis op eilanden in Veerse meer, Grevelingen en Krammer-Volkerak in 1997, P.J. van der Reest, J.P. Bekker, C. de Kraker en G. van Zuylen, VZZ 1998. - De Noordse woelmuis in het Deltagebied; richtlijnen voor beheer en inrichting, P.J.M. Bergers, B. van den Boomgaard, D.P.E.M. Frissen en W. Nieuwenhuizen, ibn-dlo Wageningen 1998. - Beschermingsplan Noordse woelmuis, A/1. La Haye en J.M. Drees, Ministerie LNV Ede 2004.

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2005 | | pagina 9