den algemeen. In Zeeland met name in Zeeuws-
Vlaanderen langs de Belgische grens.
Ook deze boom plant zich gemakkelijk voort.
Ze is ingeburgerd op zandgrond, en is daar soms
erg dominant, bv. in de bossen van Clinge.
Een uitzonderlijk groot en mooi exemplaar staat
aan de oostelijke ingang van het parkbosje de
Elderschans bij Aardenburg. De tamme kastanjes
worden soms ook in boomgaarden aangeplant,
om de vruchten ervan te kunnen oogsten.
Op internet zijn er voldoende recepten te verkrij
gen voor een lekker maaltje.
Gebruik van het hout
De paardekastanje is vooral een sier-
boom, waarvan het hout meestal in
de haard verdwijnt. De tamme is een
snelgroeiende soort, die sterk hout
levert. Speciaal voor de houtteelt
wordt ze ook wel in hakhoutcultuur
gekweekt en leveren zo het hout
voor bijvoorbeeld de boompalen die
de SLZ gebruikt. Deze houtproductie
vindt echter bijna altijd in Zuid Europa
plaats.
De tamme kastanje van mevr. Polderdijk te Nieuw- en Sint Joosiand.
Ecologie
De kastanjes zijn dus uitheemse soor
ten. Daardoor zijn er maar weinig
inheemse soorten organismen die een
relatie met deze bomen onderhouden.
Zo zijn er bijna geen insecten die van
de uitbundige bloesem gebruik maken
Net zo min er veel soorten schimmels
zijn die een symbiose aangaan met
deze bomen aangaan. Daarbij kun
nen de bomen erg groot en dominant worden,
waardoor ze andere inheemse soorten kunnen
wegdrukken. Meestal valt dit nogal mee, maar er
zijn situaties waarbij hun aanwezigheid wel hinder
lijk is. Zoals in het eerder genoemde Clingse bos,
waar door de aanwezigheid van veel exoten (o.a.
Amerkaanse vogelkers, Amerikaanse eik, robina,
tamme kastanje, veel soorten naaldbomen) haast
geen inheemse boom (hier en daar een enkele eik
of berk) tot zijn recht komt.
Het winterbeeld van
een paardekastanje.
Deze is 'per ongeluk'
terechtgekomen op de
plaats waar eigenlijk een
grenslinde moest komen.
De karakteristieke bloemen
van een paardekastanje.