O
Geflitst!
Interview met Ben van Beusichem
Door: Yet Baas
Het is een koele dag in de eerste week van november. Na een half uurtje fietsen kom ik bij
het huis van Ben van Beusichem. Hij ziet me aankomen en doet de deur voor me open. Even
later sta ik in een keurige huiskamer, met veel wit en veel ruimte. Maar ook hier verloochent
de geest van de ware medewerker van de SLZ zich niet. Aan de muur foto's van vogels en
bloemen. Een buizerd die opvliegt uit de sneeuw. Aan de schouw hangt een schilderijtje van
de Valdijk bij Nisse. Onder het genot van een kopje koffie met een bananensoes begin ik
mijn interview met de onvermijdelijke eerste vraag.:
'Hoe lang werk je bij Landschapsbeheer?'
Vijf of zes jaar.
'Wat heb je hiervoor gedaan?'
Ik heb in een machinefabriek gewerkt en in de
verzorging. Dat is al lang geleden, ik was toen
tweeëntwintig. In de machinefabriek heb ik twaalf
jaar gewerkt. Daarna kwam ik in de bijstand.
'Hoe ben je bij de Stichting gekomen?'
Ik ben lang ziek geweest, zat veel thuis en raakte
geïsoleerd. Maar langzaamaan ging het weer
beter. Via een maatschappelijk werker die mij
goed geholpen heeft, ben ik als vrijwilliger bij de
Stichting terecht gekomen. Ik kende de Stichting
al en had er zelf ook al aan zitten denken. Ik wilde
graag buiten werken. Ik begon als vrijwilliger.
Daarna kreeg ik een WIW baan, en ben ik drie
jaar als betaalde kracht werkzaam geweest. Nu
draai ik weer mee als vrijwilliger. Ik heb veel van
het werk bij de Stichting geleerd. Gaandeweg heb
ik steeds meer oog voor de natuur gekregen. Om
maar eens iets te noemen; ik weet nu wat een
kiekendief is.
Ik heb in verschillende ploegen mee
gedraaid. De buitenplaatsen, de fruit-
ploeg, de door de weekse vrijwilligers.
Ook ben ik twee jaar lang met Kees
Tonkens op pad geweest; bacterievuur
bestrijden. Dat was op Zuid-Beveland.
Dan werk je tussen de paarden en
schapen en kom je op mooie plekjes.
En het is goed voor het behoud van
de meidoornhagen. Het werken bij de
Stichting ervaar ik als een bijzonder
voorrecht. Op dit moment zijn we
bezig met het onderhoud van wilgen.
Dat vind ik leuk werk. Je kunt natuur
lijk een boom planten en er verder
niet naar om kijken. Maar dan wordt
het meestal niks. Zo'n boom moet
onderhouden worden. Daarbij hoort
het controleren van boomkorven en
het verwijderen van opschot. In prin
cipe doe ik alles met plezier. Of het nu
gaat om een takkenril verlengen, het
knotten van wilgen of maaiwerk in de
zomer. Ik probeer er meer uit te halen
dan werk alleen. Je leert bijvoorbeeld
mensen kennen, en sommigen worden
vrienden van je. Ik ben er een half
jaartje tussenuit geweest en miste het
werk in die tijd. Je komt op plekken
waar niemand komt en je draagt bij
aan de natuur. Tegenzin heb ik nooit.
Ik ben weieens moe, maar iedereen
kan in zijn eigen tempo werken en iedereen draagt
op z'n eigen manier bij.
'Zou je ander werk willen doen?'
Ik heb als vrijwilliger in de zorgsector gewerkt.
Wandelen met mensen, dingen maken met kinde
ren; het buurthuis opknappen, met ouderen bezig
zijn. Maar in de natuur werken vind ik het mooiste
en het fijnste om te doen.
Ben van Beusichem aan het werk met de VLP. Foto: Yet Baas.