De Boom In 1-2008 aan heb je wel zoete moerassen. Dit geldt uiter aard ook voor de binnenduinrand én er zijn ook meer in het centrale deel van Zeeland plaatsen te vinden die wat hoger gelegen zijn en een zandige bodemopbouw hebben. Hierin kan zich een zoetwaterbel vormen die gevoed wordt door regenwater waardoor de omstandigheden voor de aanplant van hout gunstig zijn. Overigens werd op de drogere zandgronden tegen de grenskant vaak eikenhakhout ingeplant. Ook daar zijn nog restanten van te vinden. Nieuw bos De afgelopen eeuw is er veel bos bijgeplant. Het grootste bos in Zeeland vinden we in Westerschouwen bij Burgh-Haamstede. Het is een bos dat in de jaren '30 van de vorige eeuw werd ingeplant in het kader van de tewerkstel ling. De economie zat in een crises; arbeiders liepen maar over straat, dus wat kun je ze beter laten doen dan de 'woeste gronden te ontgin nen' en het stuivend zand van de duinen vast te leggen? Op deze manier ontstond het grootste bos van Zeeland, 280 ha. Ook in de duinen van Oranjezon werd rond 1927 het zand vastgelegd door inplant van 40 ha. bos. Maar de echte groei van het bosareaal is van nog latere datum. Na de oorlog ging als eerste Walcheren op de schop om zo het door de inundatie verwoeste gebied weer bruikbaar te maken voor de landbouw. Het idee van de ruilverkaveling werd geboren. Schouwen moest na de Ramp van 1953 opnieuw ingericht worden. Het waren werkzaamheden waar het landbouwbelang vanzelfsprekend niet alleen voorop stond, maar eigenlijk was landbouw gewoon de énige functie die aan het buitenge bied werd toegekend. Dat zou later veranderen. Voor de ruilverkaveling Noord-Beveland (1964) wilde een landschapsconsulent een groot gedeel- te van de Willem-Adriaanpolder inplanten met bos. Maar de ruilver kavelingcommissie was hier unaniem tegen en dreigde met opstappen als dit plan zou moeten worden gereali seerd. De ruilverkaveling in de Poel- Heinkenszand (1967) zorgde wat dit betreft voor een ommekeer, maar dat ging niet zonder slag of stoot! De landschapsdeskundigen vonden dat uit recreatief oogpunt een bos moest worden aangelegd van circa 60 ha, met voet- en rijwielpaden, picknick plaatsen, vijvers en speelweiden. Het waren vooral de agrariërs die zich in eerste instantie verzetten tegen de aanleg. Er werd voorgesteld in plaats daarvan een groter heggengebied te handhaven, maar (helaas) werd dit afgewezen. Hoe dan ook, het zette een trend. Bos werd aangelegd, vooral uit recreatieve overwegin gen maar ook natuur werd meer en meer in de plannen betrokken. De ruilverkavelingen kregen dus een multifunctioneel karakter. In de ruilverkaveling Kapelle-Wemeldinge (1972) zou het grondgebruik door de verkaveling veranderen van 0% naar 5% bos en zo kreeg vanaf dat moment iedere verkaveling zijn eigen stukje bos. Het zijn vooral deze ruilverkavelingbosjes die gezorgd hebben voor de groei van de opper vlakte bos in Zeeland sinds 1960. Daarnaast zijn er meer recent ook particulieren die initiatieven genomen hebben tot het inplanten van bos. Een voorbeeld daarvan zijn de zoge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2008 | | pagina 12