ft Ecologie van kleine bosjes De Boom In 1-2008 Door Lucien Calle, medewerker SLZ Ecologie is de wetenschap die de natuur bestudeert. Daarbij gaat het om de relaties tus sen de levende organismen en niet levende elementen. Onder de niet levende elementen verstaan we bijvoorbeeld het (micro)klimaat en de bodem. Bij de levende natuur denken we aan dieren en planten, maar ook aan bv. de schimmels, bacteriën, algen ed. Alle soorten beïnvloeden elkaar en ook het gekozen beheer heeft grote invloed. Ecologie is een ingewik kelde materie en we kunnen in dit stuk slechts enkele elementen kort benoemen. Bodem In Zeeland kan een bodem uit klei of zand bestaan. Voor de bomen en planten in het bos is dat van groot belang. Klei is veel voedselrijker dan zand en de bomen groeien er veel sneller op. In de kleibossen groeien doorgaans ook andere boom soorten, zoals populieren en essen, terwijl op het zand dan weer meer berken, eiken en naaldhout aanwezig zijn. Ook het grondwater speelt zijn rol. In vochtige bossen groeien van nature elzen en wilgen, is de bodem droger dan kunnen deze soorten er niet uit de voeten. Net als bij de bomen geldt dit ook voor b.v. de planten en mossen. Ook dieren zijn soms heel direct afhankelijk van de bodem. Is er veel kalk, dan kunnen er veel meer slakken leven dan op een kalkloze bodem. Iedere bodem heeft van nature zijn eigen bostype, de Potentieel Natuurlijke Vegetatie (PNV). Potentieel Natuurlijke Vegetatie De PNV is het eindbeeld van een ongestoorde bosontwikkeling. Met andere woorden, dat type bos dat vanzelf zou ontstaan als er geen mense lijke beïnvloeding zou plaatsvinden. Het is tegelijk het meest natuurlijke bos en de PNV wordt meest al gebruikt als streefbeeld. Er is een heel classifi catiesysteem van bostypen met de daarbij beho rende bomen, struiken, vegetatie en mossen. Het verhaal wordt hier wat ingewikkeld. Om het wat te verduidelijken even een voorbeeld: U woont in de omgeving van Hulst aan de rand van het Zeeuws-Vlaamse dekzandgebied. De bodem is er arm en het grondwater zit nogal diep. U woont dan op een zogenaamde Gooreerdgrond en het PNV is daar het berken- zomereikenbos. Afhankelijk van het humus en vocht in de bodem zijn er verschillende subtypen. In onderstaande tabel wordt een over zicht gegeven van de natuurlijke soor tensamenstelling van bomen en strui ken in die verschillende (sub)bostypes in uw bos. De lijst kan als leidraad dienen bij toekomstige beheerskeuzes, zoals bijvoorbeeld bij aanplant en bij dunningen. Aansluiten bij de natuur lijke soortensamenstelling en mengver- houdingen, geeft immers niet alleen een hogere ecologische waarde, maar is beheertechnisch gezien ook efficiën ter (en dus makkelijker). De beheers plannen die de SLZ voor kleinere bosjes maakt gaan daarom meestal uit van de PNV.

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2008 | | pagina 14