Landschapsbeheertips 8 meter plantafstand 1 meter ©QO0QQOG0 De Boom In 1-2008 Kleine bosjes Door Robert Wielemaker, medewerker SLZ In een bos hoort natuur. Je verwacht dat uilen, spechten en andere bosbewoners vanzelf het bos gaan gebruiken als hun thuis. Doordat de meeste bosjes door de mens zijn bedacht zijn ze dikwijls té monotoon (lees: te saai) voor plant en dier zodat ze liever ergens anders zit ten. Ben je in het bezit van zo'n bosje, geen nood! Er zijn best wat eenvoudige ingrepen die het bosje weer omtoveren tot een goed heenkomen voor plant en dier. Echt natuurlijke bossen kunnen we niet meer vinden, daarom leggen we zelf bossen aan. Maar waarom gaat dat eigenlijk soms mis? Als we naar het voorbeeld kijken zien we de struiken hier op 1 meter van elkaar staan. Na een aantal jaar is het de bedoe ling dat er 4 struiken tussenuit worden gehaald om de struiken die blijven staan de ruimte te geven. Je kunt dit principe vergelijken met het "dunnen" van peeën of krootjes na het zaaien. Dit dunnen blijft vaak achterwege zodat er smalle boompjes en struiken overblijven. De zonnestralen bereiken de bosbodem niet en er komen geen interessante kruiden en insecten. Tips: Ringen van bomen Een eenvoudigere ingreep is er niet. Wil je dat er bv. spechten of holenbroeders in je bos komen? Ring enkele bomen. Neem dan het liefst een dikke boom (dikker dan je bovenbeen) die toch al wat zwakker is en in de verdrukking staat en waar van je er qua soort toch al genoeg in je bos hebt staan. Haal een 3 cm brede horizontale strook van de bast/schors van een boom weg. Deze strook doortrekken rondom de gehele boom. Gevolg: de boom gaat dood. Het klinkt wat cru, maar spech ten, vleermuizen en andere holenbroeders zullen u dankbaar zijn. Vaak ontbreekt het aan dood staand hout in kleine bosjes. Dunnen

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2008 | | pagina 21