■sue.
Vlinders zie je zelden in het bos of er
moeten open plekken zijn. De vrolijke
fladderaars zijn echte zonaanbidders
en zoeken het liefst een plekje in de
luwte aan de rand van het bos. Door
enkele bomen weg te halen aan de
zonkant creëer je een ideale plek voor
ze. Als die open plek groot is, kun
je er ook een aantal kleine struiken
neerzetten of vrijzetten (liefst inheems
met bloemen natuurlijk) bijvoorbeeld
hondsroos, wegedoorn of sleedoorn.
Als er mogelijkheden zijn, is het zin
vol om enkele bomen aan de rand te
ringen. Om zo'n vlinderrand te behou
den moet er vaak elk jaar worden
gezorgd dat deze niet opnieuw dicht
groeit met bramen o.i.d. Een beetje
bramen of brandnetels is juist goed
maar hou het een beetje in toom.
Als je beheerswerk uitvoert in het bos komt er
vaak hout vrij. Je kunt dit afvoeren, maar veel
makkelijker, goedkoper en ecologischer is het om
het ter plekke te verwerken. Je kunt het verwer
ken in een takkenril, maar als je eens een keer wilt
variëren, kun je ook een takkenhoop maken. Veel
egels, muizen maken gebruik van dit soort schuil
en nestgelegenheden omdat het binnenin zo'n
hoop veilig en warm is.
De Boom In 1-2008
Vlinder-inham aan de rand van het bos
Geringde boom (foto archief SLZ)
Vlinderranden
^20
Houtrillen en takkenhopen
tHkTKP TAKKfTM
TA KTKEKI HOOP
A'RieroF SKA'S
tbWKlK/C TAVCKCK)
Takkenhoop