0
Hoogstamfruit en de toekomstige cultuurhistorie
De Boom In 1-2009
Nieuwe fruitrassen op hoogstammen; doen?
Door Kees Tonkens, medewerker SLZ
Vandaag de dag kunnen we zo'n vijfhonderd jaar terugkijken op de rijke geschiedenis van
het hoogstamfruit die een geweldige rassenverscheidenheid laat zien. De vraag die je stel
len kunt is: 'Waar kijken we over pakweg honderd jaar op terug? Zien we dan hoogstam-
boomgaarden aangevuld met nieuwe interessante fruitrassen of is het dan alsof de tijd in
die honderd jaar stil is blijven staan?...'
Maakt dat eigenlijk veel uit? Wat betreft enorme
genetische variatie die er nu al is zijn een tien of
twintigtal nieuwe hoogstamfruitrassen toch slechts
als een druppel op de gloeiende plaat? Toch kun
nen er wel degelijk redenen zijn om de draad op
te pakken waar hij rond 1950 is blijven liggen.
Wat te denken van het plezier voor de eigenaar
van de boomgaard? Voortreffelijk smakend fruit
van gezonde onderhoudsvriendelijke bomen is een
behoefte die bij onze tijd past en op dit gebied
ligt er nog een aardige uitdaging. Een ander meer
beschouwelijk argument is, dat het goed is om een
waardevolle traditie in ere èn eigentijds te hou
den: een levenskunst die het waard is beoefend
te worden! Bovendien zijn hoogstamfruitbomen
waardevolle landschapselementen met een hoge
ecologische waarde.
De geschiedenis
Zoals reeds vermeld is de hoogstamfruitboom is
een cultuurhistorisch erfgoed van pakweg 500 jaar
oud. Maar de fruitteelt als handels- en exportsec
tor bestaat eigenlijk pas sinds ongeveer het jaar
1800. Deze boomgaarden telden vaak niet meer
dan een stuk of drie regionale rassen. De grootste
variëteit aan soorten en rassen was te vinden in
de huisboomgaarden. Daar werd aangeplant op
basis van persoonlijke voorkeur. Hoewel al vanaf
het jaar 1900 half- en laagstamteelt in opmars
kwamen beleefde de hoogstamfruitteelt zijn hoog
tepunt in de eerste vijftig jaar van de twintigste
eeuw. Een van de laatste aanwinsten
voor de hoogstam is de Alkmene uit
1948, een verbetering van de zeer
populaire, maar wegens ziektegevoe
ligheid moeilijk te telen Cox' orange
Pippin' uit 1850.
Maar vanaf die tijd zette de teloor
gang van de hoogstam onherroepelijk
in. Onder invloed van internationale
druk om over te schakelen op laag
stam en met de oprooipremies van
de Europese Unie leek het beginjaren
zestig gedaan met de hoogstamfruit-
bomen.
Sinds die tijd zijn er geen nieuwe
hoogstamfruitrassen bijgekomen.
Is dat betreurenswaardig? We kun
nen immers putten uit een enorm
rijke variëteit aan overgebleven oude
rassen, dankzij de inspanningen die
er voor het behoud van oude rassen
gedaan zijn en nog steeds gedaan
worden. Dus vanuit oogpunt van
genetische diversiteit hoeven we
ons gelukkig geen zorgen te maken.
Er wordt wel beweerd dat die oude
appeltjes veel lekkerder zijn dan die
moderne van tegenwoordig. Mensen
neigen vaak naar nostalgie. Maar bij
het nemen van de proef op de som