Jaarbericht 2008
De Boom In 2-2009
soorten is er opgetekend: 102 planten,
36 zwammen, 21 mossen, 13 korst
mossen, 38 vogels en 6 zoogdieren. Bij
inventarisaties is er gebruik gemaakt
van insectenvallen, waarmee zelfs wel
een paar honderd soorten kleinere
insecten, naast 167 soorten nachtvlin
ders konden worden vastgesteld. Leuke
soorten zijn bijvoorbeeld duizendgul-
denkruid, zandblauwtje, hazenpootje
en goudvink. Bij de kleinere insecten
zijn de vondsten van de goudwesp
Chrysis gracillima en plooivleugelwesp
Allodynerus rossii zeer opmerkelijk,
omdat ze in Nederland beiden uiterst
zeldzaam zijn. Het bosplan, de evalu
atie en een overzicht van het uitge
voerde werk heeft de eigenaar op een
website geplaatst: www.kruisdreef.nl.
Succesfactoren
Terugkijkend op de verschillende bos-
projecten blijkt dat sommige beter
geslaagd zijn dan andere. Van de
resultaten kunnen we veel leren. De
twee hierboven genoemde projecten
behoren tot de beste. Een aantal fac
toren draagt bij aan het halen van de
doelstellingen:
- Enthousiasme bij de eigenaar
Een betrokken eigenaar zorgt ervoor
dat men zelf ook bijdraagt aan de
uitvoering van een flink deel van het
praktische werk, waardoor er geen
afhankelijkheid is van externe organi
saties.
- Samenwerking met lokale
(vrijwilligers)groep
Als de eigenaar natuurminnend is, zal
my
Geweizwam op stronk dood hout (foto's: Luciën Calle)
een samenwerking met vrijwilligersgroepen vlot
verlopen. Vrijwilligers kunnen dan helpen met de
beheersklussen (in beide beschreven projecten hel
pen zowel de lokale natuurbeschermingsvereniging
als de SLZ vrijwilligers jaarlijks met het beheer).
Daarnaast kunnen dezelfde clubs helpen met het
inventariseren.
Knelpunten
- Luchtvervuiling
Nog steeds is de bemestende invloed van ammoni-
akdepositie in alle bossen merkbaar. Ruigtekruiden
als brandnetel, kleefkruid en bramen domineren in
bijna alle bossen de vegetatie. Een rijkere bosflora is
hierdoor haast niet te verwezenlijken. De vervuiling
zal verder moeten worden teruggedrongen.
- Boswet
Deze wet heeft als doel om de hoeveelheid bos in
Nederland op peil te houden. Kortweg: bos moet
bos blijven, anders moet er worden gecompenseerd.
Bomen moeten in principe in sluiting kunnen komen.
Hoewel we van de provincie enige speelruimte
hebben gekregen (om bv wat aan bosrandbeheer
te doen of een poel te graven), zijn de mogelijkhe
den voor wat ruimere natuurmaatregelen beperkt.
Bovendien zijn eigenaren al snel huiverig voor de
controles hierop. Er zijn geluiden dat de boswet zal
worden herzien. Te hopen valt dat daarmee wat
meer ruimte voor natuurontwikkeling in de bossen
mogelijk zal worden.