3
De duintjes bij Koewacht
yft/
«SM»
De Boom In 3-2009
Genieten van de geologie en het landschap
Door Luciën Calle, medewerker SLZ
Duinen bij Koewacht? Maar dit Zeeuws-Vlaamse dorp ligt toch helemaal niet aan de kust?
Inderdaad, maar in een heel ver verleden lag de kustlijn anders. In onderstaand artikel
vertelt Luciën hoe bijzonder dit gebiedje is. Een stukje aardkunde.
In de miljoenen jaren lange ontstaansgeschiede
nis hebben allerlei aardkundige processen Zeeland
gevormd tot wat het nu is. De zee zette er klei
lagen en zandbanken af. Toen een duinenrij zich
vormde kon het zoute water er niet meer in en
het zoete er niet meer uit. Zeeland werd een groot
moerasgebied en veenlagen werden afgezet.
Nieuwe doorbraken van de Noordzee sloegen
grote stukken veen weer weg. Tijdens ijstijden
veranderde het landschap in een soort strandvlakte
en toendra. De westenwind zette in het zuiden
van Zeeuws-Vlaanderen hele ruggen van dek-
zand af. Pas later nam de invloed van de Schelde
toe en ontstond de typische, uit grote zeearmen
bestaande, delta. De ondergrond van Zeeland is
nu een mozaïek waarin alle elementen van haar
vormingsgeschiedenis terug te vinden zijn: klei,
veen en zand. De ontstaansgeschiedenis van het
land is aan de landschappelijke structuren af te
lezen. Soms is dat heel gemakkelijk en zijn er mar
kante overgangen zichtbaar. Op andere plaatsen
zijn er subtielere aanwijzingen en moet je er een
beetje oog voor (leren) hebben. Waar veen in de
bodem zit is het land meestal wat drassig en zilt,
wat je aan de aanwezige planten goed kunt zien.
Kleigebieden kenmerken zich door hun open land
schap. Zand is er alleen in de duinen en langs de
zuidgrens van Zeeuws-Vlaanderen. Een belangrijk
verschil is dat
het duinzand kalkrijk is en het dekzand kalkarm.
Dekzandruggen
Omdat het zand veel voedselarmer is dan de
vette klei, groeien er andere soorten
planten. Dit kun je het beste zien bij
bomen. Een boomsoort als de es is
bijvoorbeeld kenmerkend voor de
kleigebieden, terwijl berken en eiken
vooral op het zand groeien. De zand-
ruggen in Zeeuws-Vlaanderen waren
oorspronkelijk duinen, die duizenden
jaren geleden dus veel meer land
inwaarts lagen. De kustlijn ligt nu
ongeveer 40-50 kilometer westwaarts.
Door erosie zijn die toenmalige dui
nen enorm afgevlakt. Ze komen op
dit moment nog enkele meters boven
zeeniveau uit. Zelfs als je je hoofd plat
op de grond legt, is het hoogteverschil
meestal niet goed te zien. Hier moeten
we dus andere aanwijzingen gebruiken
om de bodem te kunnen "lezen". Enig
houvast hebben we aan de landschap
pelijke contouren. Waar de kleige
bieden grootschalig zijn en voor het
grootste deel landbouwkundig worden
gebruikt, is het dekzandgebied juist
heel kleinschalig. Je vind er veel meer
bosjes.