sim'knacicl De Boom In 4-2009 Soort hout Aanvankelijk werden er planken gezaagd uit boomstammen die in de omgeving aanwezig waren. Later ging men over op vurenhout afkomstig van fijnspar en grenen, afkomstig van dennenbomen. Bij zachte houtsoorten spreekt men ook wel van delen i.p.v. planken. Tegenwoordig worden ook Douglas verzaagd tot planken om er mee te kunnen potdekselen. Planken kunnen op tal van manieren bevestigd worden. Wie een houten wand wil timmeren moet eerst kiezen of hij de planken verticaal of horizon taal wil gebruiken. Bij het potdekselen waarbij de delen dus horizontaal liggen is het inwateren aanmerkelijk muur Figuur 1. Eén spijker of schroef per steunpunt in het deel aanbrengen is genoeg! Figuur 2: De naad tussen twee kopse kanten van planken heet stuiknaad. Deze dient enkele mm breed te zijn kleiner dan bij planken die verticaal zijn bevestigd. De planken worden tegen een frame aangebracht. Hout werkt Als hout nat wordt zet het uit en bij droog en zonnig weer krimpt hout. Deze weersinvloeden zijn voornamelijk merkbaar aan de breedte en het kromtrekken van het hout. Ten eerste is het van belang om houten delen pas te verwerken als het hout na het zagen luchtdroog is. Om de invloed van het kromtrekken zoveel moge lijk te beperken kan men het beste de hartzijde (fig. 1) van de delen aan de buitenzijde van de schuur bevestigen. Door de bovenliggende plank ongeveer 25 a 30 mm over de onderliggende te leggen, overdekken ze elkaar voldoende. Door de spijker 10a 20 mm boven de onderliggende plank te spijkeren is er voldoende ruimte om het uitzetten van het hout op te vangen. De oorspronkelijke afmeting van een plank is 275 mm breed en 25 mm dik. De lengtes kunnen vari eren van 2,20 tot 4,20 meter. Door grote lengtes te kiezen zijn er minder stuiknaden (zie fig. 2). Maar hoe langer de plank, hoe duurder per meter! Het frame bestaat uit balken die een minimale doorsnede moeten hebben van 70 x 100 mm, ^17

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2009 | | pagina 19