oren, van p Door: Lucien Calle, medewerker SLZ Is dit nu vogelwikke of smalle wikke? Tonnie bekijkt het plantje even aan dachtig en zegt resoluut "Vogelwikke, kijk maar, een hele rij bloementjes met korte steel". We zien ook kruipende boterbloem en marjolein. Iets hoger op de dijk lijkt een andere soort boterbloem te staan. Hop, die dijk weer op. We zweten veel, want het is broeierig warm en we sjouwen met zware tassen door het veld. De plantenrijk- dom van een aantal dijken moet in kaart gebracht worden en dat is echt een zware klus. Op zo'n dag loop je tientallen keren de dijk op en af en dat ga je na een poos in de knieën voelen. We schrijven alle soorten op een formulier. Geen soort mag gemist worden. Zelfs het kleinste gras sprietje telt mee. Dat maakt dat we ons steeds goed moeten concentre ren. Af te toe komt de loep goed van pas als er minuscule details worden gecontroleerd. Oortjes met haren? Ja! Aha, dit is dus rietzwenkgras. Terug op kantoor worden de formulieren in ordners opgeslagen. 's Winters, of als het in het "veldseizoen" een keer hondenweer is, worden de gegevens gedigitaliseerd. Ze worden in Excel bestanden ingevoerd. Door dit al een flink aantal jaren zo te doen heeft SLZ een uitgebreid gegevensbestand. Waarom monitoren? Het is een bekend gegeven dat de biodiversiteit onder druk staat. Ook in de Zeeuwse plantenwereld is dat zo. Hartstikke spijtig natuurlijk, al was het maar dat een bloem- arm landschap erg saai is. Om de teloorgang te stoppen zijn er allerlei maatregelen bedacht. Onder andere een goed maaibeheer kan de achteruitgang van de rijkdom aan planten stoppen, of zelfs weer wat terug brengen. SLZ voert op veel plaatsen maaiwerk uit, of schakelt loonwerkers in die datzelfde doen. Vanzelfsprekend willen we weten hoe de resultaten van het werk zijn. Gaat het nog steeds verder achteruit, houdt de situatie stand, of vindt er een herstel plaats? Zoiets is alleen met systema tische metingen te achter halen. Methode Voor aanvang van het werk worden de planten geïn ventariseerd, als een soort nulmeting. Daarna wordt, met tussenpozen van een aantal jaren, steeds op exact dezelf de manier en op dezelfde locaties opnieuw geïnventa riseerd. Deze manier noemen we monitoren. Zo ontstaan vergelijkbare datasets waaruit conclusies kunnen worden getrokken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2010 | | pagina 29