Er zijn verschillende terreinsoorten waar gemaaid wordt. Van moerassige kreekoe vers tot kurkdroge dijken en duinhellingen. Het gaat om verschillende soorten projec ten: van maaien voor het zeldzame krui pend moerasscherm tot het Project Herstel Bloemdijken. Van sommige terreinen willen we alleen de aanwezigheid van planten registreren. Dat gebeurt op zogenaamde streeplijsten. Van de meeste terreinen wil len we echter meer weten. Ook de mate van voorkomen van planten is belangrijk. Meestal wordt die aangegeven met de zgn. Tansley schaal. Resultaten Een evaluatie van de in eigen beheer uitgevoerde maaiprojecten staat voor de komende periode op de rol. Kortgeleden werd een verslag opgemaakt van het Project Herstel Bloemdijken (zie literatuur). Van een 25-tal dijken op Zuid-Beveland werden de plantengegevens van 2004 vergeleken met die van 2009. Uit de rap portage blijkt dat de achteruitgang nog net niet helemaal tot stilstand is gebracht. Zowel de typische dijkplanten als de Rode lijst soor ten zijn nog ietsje verder achteruit gegaan. Een hoopvolle ontwikkeling is dat wel de verruiging en de vergrassing van de dijken is verminderd. Duidelijk is dat het maaibeheer hier nog wat verder moet verbeteren en dan met name het maaitijdstip. Het beste is om zo vroeg mogelijk in de zomer te maaien. Echter dat is erg inge wikkeld, omdat je dan in het broedseizoen van de vogels zit. De Flora- en Faunawet stelt scherpe voorwaarden hiervoor. Want voor de Flora is het gunstig om vroeg te maaien, voor de Fauna juist later. Het is voor SLZ een uitda ging om dit maaitijdstip zo optimaal mogelijk te kiezen. Literatuur: Outermans T. en Calle L., 2010, Monitoring van Bloemdijken in Zuid-Beveland, Project Herstel bloemdijken, Periode 2004-2009, SLZ. 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2010 | | pagina 30