Het vrouwtje vond het toch wel veel herrie
met een ronkend aggregaat, pruttelend kof
fiezetapparaat en snerpende cirkelzagen.
Bovendien vond ze sky-radio veel te ordinair.
Het mannetje bracht daar tegenin dat die
bebaarde timmerlieden best aardig waren
en dat er geen katten rondliepen. Bovendien
vond hij boven in de nok een keurig uitsteek-
seltje waar hij alvast een proefopzet had
gemaakt. Het moest kunnen vond hij.
Boerenzwaluwjongen onder golfplatendak
Foto: Nanning-Jan Honingh
Jongen
Tijdens een rustig weekeinde gingen de
jongen hun vleugels eens uitproberen.
Eerst van balk naar balk, maar al snel ook naar
buiten toe. Die zomer had ik het huisje ook
voor mijzelf bewoonbaar verklaard en iedere
morgen begroetten we elkaar bij het opstaan:
de jongen vanuit het nest en de ouders vanaf
de balken. Op een gegeven ogenblik vlogen
er nog maar 5 zwaluwen; kennelijk was een
van de jongen door een sperwer gegrepen.
In september werd het ineens stil en waren de
zwaluwen samen met de buurzwaluwen naar
het zuiden vertrokken. In april van het volgen
de jaar kwam het mannetje of het vrouwtje
opnieuw rond het huis vliegen. Hij of zij mocht
Bouwen van een nest
Een maand lang metselden en timmerden we
samen op. Omdat er nog geen deuren waren
geplaatst, hadden de zwaluwen een vrije in-
en uitvlucht. Op een gegeven moment was
het nestje van Zeeuwse klei en paardenhaar
klaar en begon het vrouwtje met broeden;
alleen haar gevorkte staart stak boven de rand
uit van het nest uit. Na een paar weken zagen
we wijd opengesperde bekjes over de rand
komen als vader of moeder met een bek vol
insecten kwam aanvliegen. Inmiddels had
den we de vliegroutes via de bijkeuken en
badkamer verlegd om aanvaringen met de
bouwlieden in de andere deuropeningen te
voorkomen. Een mestplankje onder het nest
ving alle 'zegen van boven' op.
12
Boerenzwaluw met de nestbouw in de weer
Foto: Nanning-Jan Honingh