doen. Maatregelen voor natuur- en
landschap vallen hier ook onder.
Verplicht voor alle bedrijven zijn
maatregelen die voortvloeien uit
wetgeving of EU of landelijke richtlijnen
(het bestrijden resp. gedogen van planten
en dieren en diverse milieumaatregelen).
In Nederland vallen hier onder andere
spuitvrije zones onder. Men moet aan
de eisen voldoen om in aanmerking te
kunnen komen voor de bedrijfstoeslagen
uit de EU (cross compliance).
Subsidies
Daarbovenop bestaat een 'Entry
level' voor agrarisch natuurbeheer
(laagste categorie) waarbij basale
beheermaatregelen gesubsidieerd worden
zoals het laten liggen van oogstresten
en aanleggen van randen. De hoogste
categorie zijn de 'Higher level schemes'
dit is alleen mogelijk in aangewezen
gebieden waar potenties aanwezig zijn
voor hoge natuurwaarden. Verschillende
typen maatregelen zijn punten waard.
De vergoedingen van de randen worden
betaald in de vorm van een standaard
hectarevergoeding uit het Europees
gemeenschappelijk landbouwbeleid,
dit is een bedrag van circa 400 euro per
hectare.
Effectief
De proefboerderij doet bewust mee aan
de laagste categorie. Ze willen laten zien
hoe een boerderij die meedoet aan de
laagste categorie toch een goede bijdrage
kan leveren aan de akkernatuur. Verschillende
maatregelen die hier ontwikkeld zijn,
zijn inmiddels in de rest van Europa
overgenomen. Er lagen voorbeelden van
duo-randen (bij ons roofvogelrand), kruiden
en grasranden en randen en overhoekjes met
overstaand graan dat dient als wintervoedsel.
Ook combinaties van hagen en randen
blijken enorm effectief voor soorten als Kneu
en Geelgors. Ook gunstig in de winter bleken
de overstaande stoppels. De bij ons minder
effectieve leeuwerikvlakjes blijken hier op
percelen van 20 hectare wintertarwe wel
goed te functioneren. De wintertarwe wordt
tegenwoordig erg dik gezaaid. Door het
dichte gewas zijn de foerageermogelijkheden
voor leeuweriken in het broedseizoen
beperkt. De leeuwerikvlakjes bestaan
uit circa 3 bij 6 meter kale grond waar
foerageermogelijkheden voor de
veldleeuwerik zijn. In de Nederlandse
situatie zijn de percelen kleiner en worden er
bovendien ook gewassen als aardappelen en
bieten geteeld. Deze gewassen bedekken
(in het broedseizoen) niet de gehele bodem.
Ook het braak leggen van terreinen blijkt
effectief, maar hier zal vanwege de groei van
onkruiden de landbouw minder enthousiast
over zijn. Op dit moment worden maatregelen
uitgetest die hopelijk gunstig zijn voor de
Zomertortel die in geheel Europa sterk in
aantal afneemt. We wachten de resultaten
af en kunnen dan mogelijk met deze
maatregelen ook onze Zomertortels helpen.
De Boom In LENTE 2011 Stichting Landschapsbeheer Zeeland
29