M
2 wilde pruimensoorten uit onze contreien.
Het Vlaamse Instituut voor natuur en boson-
derzoek is momenteel bezig met een onder
zoek naar de nauwe verwantschap. Bert
Maes heeft in het boek "Inheemse struiken
en bomen in Nederland en Vlaanderen" een
omschrijving opgenomen van de familiele
den. De soorten Sleedoorn en Kroosjespruim
kunnen gemakkelijk met elkaar kruisen, dit
geeft de Heesterpruim, momenteel ook wel
grootvruchtige Sleedoorn genoemd. Hierdoor
ontstaan er talrijke regionale variëteiten van de
Heesterpruim en Kroosjespruim.
5 verschillende pitten: 1 Pruim, 2 3 Kroosjes,
4 Heesterpruim, 5 Sleedoorn
Middeleeuwse pruim
Uit opgravingen van pitten blijkt dat met name
de Kroosjespruim ruim voor de middeleeuwen
in Nederland in gebruik was. De eerste echte
grootvruchtige pruimen zijn pas vanaf de
late middeleeuwen in cultuur in Nederland.
Kerspruimen worden in Zeeuws Vlaanderen in
het dialect ook wel Merbelaon of Murbelaon
genoemd. Hier is meer van terug te vinden in
het SLZ-boekje 'Vreemde Vruchten.
waarin naast de vruchten ook verschillen in de
kenmerken van de pitten van deze struiken zijn
opgenomen: er zijn verschillen in vorm, ruwheid
en grootte van de pitten.
De Kerspruim, Heesterpruim en met name de
Kroosjespruim komen regelmatig voor in oude
hagen langs boomgaarden en in verwaarloosde
tuinen. Ook in Zeeland zijn er in de hagen langs
oude boomgaarden nog af en toe oude struiken
terug te vinden. Behouden van deze kwetsbare
oude struikgroepen ligt voor de hand. Helaas
worden deze oude 'verwilderde hagen' rondom
boomgaarden regelmatig vernieuwd/ opge
knapt waardoor de laatste restanten van de
wilde pruimen dan vaak verdwijnen.
Qua bloeitijd zijn er wel wat verschillen tussen
de struiken: als vroegste bloeier hebben we de
Kerspruim. Later gevolgd door de Sleedoorn en
daarna de Heester- en Kroosjespruimen. Ook
bij deze soorten ontstaan de bladeren pas na
de bloemen. Ook qua doorn zijn er verschillen
op te merken, van veel doorn (Sleedoorn) naar
minder doorn Heesterpruim) naar bijna geen
doorn zoals de kroosjes en de Kerspruim. In het
boek van Bert Maes is een tabel opgenomen
Kortom, werk aan de winkel om de kwetsbare
schoonheid van onze wilde pruimen te behouden!
Verder onderzoek naar de oude relicten van
wilde pruimen in Zeeland zou daarom snel moe
ten worden opgepakt
om deze streekeigen
soorten in kaart te
brengen. Het ligt voor
de hand dit onder
zoek mee te nemen in
ons SLZ-project "oude
fruitrassen". Het ver
meerderen van deze
struiken zou kunnen
plaatsvinden door het
uitgraven van opslag
en dit weer elders te
planten. Het enten
op een onderstam is
niet nodig. Aanplant van deze wilde pruimen kan
plaatsvinden in de hagen rondom of in een over-
hoek van een of meerdere collectieboomgaarden
met oude fruitrassen in Zeeland.
De Boom In HERFST 2011 Stichting Landschapsbeheer Zeeland
31