er toe geleid, dat het er met veel wilde bijen
slecht voor staat. Een groot deel van de wilde
bijen bestaat namelijk uit specialisten, die
hun stuifmeel van slechts één of meerdere
bloemsoorten of één familie (bijv. vlinderbloe
men) halen. Ook zijn veel soorten kritisch qua
nestlocatie. Zo nestelt de ene soort uitsluitend
in oude braamstengels, een ander in duin
zand en weer een ander in leemrijke grond.
Bij de gezondheid van de honingbij speelt
naar mijn mening naast het verdwijnen van
dracht (bloeiende planten) ook het handelen
van de imkers zelf een grote rol. Zo wordt er
al vele jaren met bijen over de hele wereld
heen en weer gesleept, waardoor ziektes en
parasieten zich van het ene werelddeel naar
het andere (o.a. Amerikaans vuilbroed, tra-
cheeënmijt) konden verplaatsen, maar soms
ook van de ene bijensoort naar de andere
(o.a. Nosema ceranae, de varroamijt) konden
overstappen. En helaas heeft de mens altijd
het idee, dat hij de dingen beter kan maken
dan wat ons van nature is gegeven, waardoor
in veel landen het oorspronkelijke honing
bijenras plaats heeft gemaakt voor gebieds-
vreemde rassen en hybriden. Dit alles heeft
inmiddels geleid tot de huidige zorgelijke
situatie van onverklaarbare bijensterfte over
de hele wereld.
Gelukkig zijn er ook positieve dingen te
noemen. Zo is er de laatste jaren steeds meer
aandacht aan het komen voor wilde bijen.
Er wordt meer en meer aan inventarisatie en
onderzoek gedaan, waardoor we steeds beter
een beeld krijgen van de leefwijze van deze
insecten en ook een beeld krijgen van wat
waar leeft. Ook onder natuurbeheerders is er
steeds meer oog voor deze dieren en soms
wordt het beheer of de inrichting van een ter
rein zelfs op deze diergroep aangepast. Ook is
door het promoten van nestvoorzieningen voor
wilde bijen in tuinen, deze groep insecten bij
een breed publiek onder de aandacht gebracht.
Het onderzoek naar sterfte onder honingbijen
is nog in volle gang en wordt meer en meer
door verschillende onderzoekers in verschil
lende landen gezamenlijk opgepakt, zodat het
hopelijk niet lang meer zal duren voordat ook
hier een precieze oorzaak en oplossing gevon
den wordt.
Hopelijk draagt ook het Jaar van de Bij hier een
steentje aan bij.
Noot van de redactie: voor mensen met meer
interesse is er een mooi boek met een voor
Zeeland compleet overzicht van alle voorko
mende soorten uitgegeven door Het Zeeuwse
Landschap (HZL): Bijen en Wespen van Zeeland,
Lucien Calle en Chiel Jacobusse, 2008. Te bestellen
bij HZL (www.hetzeeuwselandschap.nl).
De Boom In ZOMER 2012 Stichting Landschapsbeheer Zeeland
21