Grensbomen
op Walcheren?
Door: Adri Maljaars, Klein Zeeduin
In 2002 werd aan de Koningin Emmaweg een grote
zieke iep omgezaagd. Dat is niet zo bijzonder maar
het geeft wel de gelegenheid om te zien hoe oud
de boom was. Ondanks het gat in het hart van de
stronk, konden er 132 jaarringen worden geteld. Zo'n
oude boom op de hoek van een oude dijk roept de
vraag op of er sprake kan zijn van een zogenaamde
grensboom.
Er zijn wel aanwijzingen dat er grensbomen geweest
zijn op de grens van Oostkapelle en Serooskerke. In
het verslag van een opmeting in 1472 van gronden
"toebehorende den Godshuize van Rijnburgh", staat
dat ze op de grens een baken hebben gemerkt "bi
den grooten vleerboom". Achthonderd meter verder,
waar de grens een hoek maakt, zien we op de veld-
namenkaart een perceel genaamd: "de pereboom".
Natuurlijk is dat geen bewijs dat dit land vernoemd is
naar een grensboom, maar het lijkt mij goed moge
lijk. Voor zover ik na kon gaan is er echter op de plek
waar de dode iep stond, nooit een grens geweest van
gemeente of ambacht en ook niet van tienden. Of het
een echte grensboom is geweest, dat weet alleen de
planter.
Overduin
Toch intrigeerde het mij dat daar aan de
wegkant tegenover Koningin Emmaweg
32 al ruim130 jaar een boom stond, oorlog
en inundatie overlevend en lang onop
gemerkt. De oude dijk is een bijkomend
gegeven, maar deze plek is wel eeuwenlang
de uiterste hoek van hetbos van Overduin
geweest. In 1700 was Overduin
een hofstede met een heren
huis. In de volgende decennia
werd de bezitting belangrijk
uitgebreid. Bij verkoop werd
genoemd: een heren- en boeren
huis met schuren, stallen, hoven
en boomgaarden, dreven, bos
sen, wei- en zaailanden. Grootte
37,50 hectare. Op de kaart van
Hattinga 1750 is een uitgebreid
sterrenbos en vijvers te zien. De
oude sprink (overschot van de
Zwene) was deels verdwenen
en de weg die tot de bezitting
behoorde was verlegd naar de
rand van het eigendom. In 1797,
Patriottentijd, moest Overduin
worden verkocht. Het herenhuis
werd gesloopt en de bossen zul
len ook wel geplunderd zijn.
Nieuwe eigenaar
Na de slopers volgden nog andere eigenaren
tot in 1839 de hofstede gekocht werd door
Mr. W.C.M. de Jonge van Ellemeet. Hij was
burgemeester van Oostkapelle van 1841 tot
1853. Daarna lid van Gedeputeerde Staten
van Zeeland, lid van de Eerste Kamer van
24