Onze boomgaard is een uniek landschaps
element in het Zeeuws-Vlaamse landschap.
Omringd door een windkraag van seringen,
meidoorn, wilde pruim en vlieren, in een ring
achter ons huis, beschermt deze ons huis tegen
de wind.
mi
Het snoeiwerk van de boomgaard deden
wij altijd in de winter samen met mijn vader.
Nu hebben wij, door middel van een
hoogstamabonnement, hulp bij het snoeien.
Het is echter wennen dat dit nu in de zomer
wordt gedaan.
De lentetooi is prachtig, als een taart in het
landschap: in de winter de markante vormen
in de ijzige lucht, in de herfst de overdaad aan
fruit, altijd prachtig in elk seizoen.
Onze kinderen klauterden graag met veel ple
zier in de bomen en bouwden hutten. Het was
en is een geweldig speelterrein, we hopen ook
voor onze kleinkinderen. De bomen dienen
ook als schuilplaats voor vogels die het moei
lijk hebben. Ik zie erop toe geen gif en derge
lijke toe te laten.
De boomgaard is voor ons bijzonder omdat
we hier ons eigen stukje natuur kunnen
behouden, een erfenis van rust en stabiliteit.
Het anker van ons huis.
Toen wij hier in de jaren zeventig kwamen
wonen, is de boer die ver in de negentig was,
nog naar zijn bomen komen kijken. Om het
gras op de boomgaard kort te houden
hebben wij altijd een aantal schapen lopen.
Ook helpen ze bij het opruimen van het
afgevallen fruit. Wanneer een boom te oud
wordt, vervangen we die door een nieuwe
plant van dezelfde soort. We hebben al vele
liters appelmoes en stoofpeertjes gesmuld.