Bij jonge bomen kunnen grotere wonden op de stam en belangrijke takken vaak met succes worden uitgesneden. Als dit in de winter gebeurt, hetgeen eigenlijk af te raden is, moeten deze wonden meteen worden afgedekt. Besmet gereedschap moet ook altijd worden ontsmet. Spiritus is daarbij toereikend. Loodglans De veroorzaker van loodglans is de paarse korstzwam (Chondrostereum purpureum). Hij komt voor als sapprofiet op dood loofhout maar is schadelijk als parasiet op levend hout, met name pruimen. Hij is lilapaars met een witte bovenrand en een bruinpaarse onder kant. Niet elk pruimenras is even gevoelig voor loodglans en de conditie van de boom speelt ook een rol. Heel vatbaar is de zo populaire Reine Victoria. Het schadebeeld van loodglans is nog groter dan bij vruchtboomkanker. Waar de vruchtboomkanker sterk pleksgewijs plaats vindt, verspreidt loodglans al snel door de hele boom via de zwamdraden die steeds dieper het oude houtweefsel doordringen. Op de doorsnede van een aangetaste tak is dit te zien als een bruin, vlekkerig patroon. 's Zomers is loodglans goed te zien aan het blad: dat krijgt een loodkleurige tint, een zogenaamde "loodglans". Loodglans is helaas vrijwel niet te genezen. In het vroegste stadi um kan de aangetaste tak worden verwijderd (ontsmet het gereedschap met spiritus!) Een extra stikstofbemesting, bv. in de vorm van kippenmest of bloedmeel kan de boom helpen de aantasting te overgroeien. Preventief: nooit in de herfst en winter snoeien, maar bij voorkeur in het voorjaar na de bloei of eventueel later in de zomer tot hooguit eind september. In deze periode is de zwam niet vruchtbaar en dus is er dan geen kans op nieuwe aantastingen. Links: gezond blad, rechts met loodglans Foto: Kees Tonkens 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2012 | | pagina 32