I 'S Er is berekend dat een kerkuil daarbinnen ongeveer 20-25 km geschikte perceelranden (slootkant, gras- of akkerrand, dijk, houtsingel) als jachtgebied nodig heeft. Op de huidige kaart van Zeeland kunnen we ongeveer 150 van deze cirkels op agrarisch gebied, natuurgebied en zelfs braakliggend industrieterrein trekken. Stabilisatie? Zeeland begint dus qua kerkuilen al redelijk vol te raken. Het geschatte aantal van 200 broed- paar van rond 1950 zullen we waarschijnlijk nooit meer bereiken. De uitschieters in 2004 en 2007 kwamen al in de buurt. Maar kerkuilen zijn een risicovolle belegging. Per jaar kunnen de aantallen sterk fluctueren en in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Met meer dan 625 geplaatste nestkasten zit de kastenmarkt nog niet vast. Kerkuilen verhuizen nog al eens en een man netjeskerkuil gebruikt in het broedseizoen nog wel een extra kast. Zachte winters, strenge winters, muizendal- en piekjaren zijn niet mak kelijk te voorspellen. Vorig jaar werd er in twee akkerbouwprovincies Groningen en Zeeland vroeg geploegd. Hierdoor wordt de muizenstand op de akkers letterlijk omgekeerd. De kerkuilen hadden toen jongen waar ineens geen voedsel meer voor was. Gemiddeld werd slechts 1,5 jong groot; de helft van het landelijk gemiddelde. Een gemiddelde van 1,5 was in 2012 nog altijd goed voor precies 200 jonge uitgevlogen Zeeuwse kerkuilen. Waar zijn die gebleven? Hebben ze een nieuwe kast kunnen vinden; zijn ze niet doodgereden of gepakt door een kat; misschien in het prik keldraad verstrikt geraakt? To big to fail Op dit moment zijn er zo'n 50 mensen die actief beleggen in kerkuilen. Ze controleren de nestkasten en noteren het koersverloop van de aantallen jongen. Dat leverde in het verleden nogal risicovolle situaties op. Kasten hingen veelal te hoog en alleen bereikbaar via een trapezium van boerenkarren, fruitkisten, vermolmde ladders en rot balkwerk. Een bri gade van deskundigen is bezig om de kasten op veiliger locaties te plaatsen. Verder wordt er aan gewerkt om de kastcontroles efficiënter en daardoor misschien ook wat vaker uit te voeren. Via de zgn. nestkaart worden de broed- gegevens eenduidiger en makkelijker digitaal te verwerken. Toegegeven; financieel moet er geld bij. Kilometers en telefoonkosten worden niet vergoed. Kapitaalinjecties van de overheid zijn niet meer aan de orde. Daarom gaan we fondsen benaderen of vragen om een geldbe drag voor het plaatsen van een kast. In de regio Beveland heeft een rotaryclub kerkuilkasten in elkaar gezet en het materiaal daarvoor zelf bekostigd! Termijnverwachting Er zit nog groei in de kerkuilbescherming. In een paar witte gebieden kunnen nog kasten worden opgehangen, die een aantal nieuw te vormen broed paren als broedgelegenheid kan benutten. Echter de vergrijzing onder de vrijwilligers baart zorgen. Nieuwe vrijwilligers zijn van harte welkom om de ouderen te ont lasten. Ook voor de digitale verwerking van de gegevens is dringend hulp en ondersteuning nodig. Heeft u voldoende tijd en durfkapi- taal; zet het in voor de Zeeuwse uilen! Lekker hapje voor de kerkuil Foto: Sandra Dobbelaar 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2013 | | pagina 27