Maraichine koeien komen uit Frankrijk,
maar hebben heel oud Nederlands bloed.
In de 17e eeuw werden Nederlanders
ingehuurd om de moerassen in de Vendee
(Frans departement, red.), droog te leg
gen.
Ze namen Nederlandse koeien mee, die
toen al bekend stonden om hun voor
Europese begrippen uitzonderlijke hoge
melkgift. Die Nederlandse koeien hadden
toen nog allerlei kleuren en tekeningen,
zoals is te zien op 17e-eeuwse schilde
rijen. Daarop komen ook koeien voor die
dezelfde kleur hebben als de Maraichine
koeien van nu. De naam komt van Marais,
Frans voor moeras. Toen het werk klaar
was bleven de Nederlandse koeien achter
bij Franse boeren en zo raakten ze ver
mengd met het lokale vee in de Marais.
Schilderij van Contant Troyon,
Boeufs allant au labout, effet de matin, 1855
In Frankrijk ging het na de tweede wereld
oorlog erg slecht met het ras doordat ze wer
den verdrongen door rassen met meer vlees
en/of melkopbrengst. In 1986 hebben drie
mensen besloten om alle Maraichine koeien
bij elkaar te brengen om het ras te behou
den. Er waren toen nog maar 30 koeien. Door
middel van een fokprogramma groeide dit
aantal tot 2000 dieren in 2010.
In 1999 heeft de abdij in Zundert een kleine
kudde naar Nederland gehaald. Ze gingen
stoppen met melkkoeien en zochten een
sober ras, dat makkelijk kalft en dat in de
omgeving (De Moeren) past: Maraichine.
Ook vonden ze het een prettig idee om een
zeldzaam ras in stand te houden.
22