I
De witte delen van de stenen lichten op
in het donker, zodat de route beter zicht
baar is. Langs de weg lagen in die tijd
akkertjes, de zogenaamde geest- ofwel
hooggelegen gronden. Misschien zijn het
tegelijk toch wel palen geweest, die de
grenzen aangaven van de akkers. Door de
bomen en struiken is daar nu in elk geval
niets meer van te zien, hoewel er hier en
daar nog een soort van greppel te onder
scheiden is.
Ineens maakt het pad een rare knik.
Bielzen en kasseien in de grond verraden
dat we een oude spoorbaan kruisen. Het
gaat hier om het spoor van de treinver
binding Mechelen-Terneuzen. Haast niet
voor te stellen, dat hier een trein heeft
gereden. Het uitzicht moet schitterend
geweest zijn, maar voor de reizigers
waarschijnlijk heel gewoon in die tijd.
Indrukwekkend zijn de dikke haagbeuken
langs het spoortracé. Ze vormen een tun
nel waar je door heen gaat. Zouden ze
nog uit de tijd van de trein zijn?
Even verderop komen we langs een serie
akkertjes met een graangewas van wel een
meter hoog. De kleuren van verschillende
kruiden die er tussen staan, maken het tot een
schilderachtig geheel. Het kost dan ook niet
veel moeite om hier paarden met karren en
werkende mensen bij te fantaseren.
Is dit een stukje Zeeland van lang geleden?
Oude kaarten laten zien, hoe het er ruim 150
jaar geleden ongeveer uit zag: kleinschalig
agrarisch cultuurlandschap, vol elementen.
Nog afwisselender dan nu het geval is. Hoe
het er precies uit heeft gezien, weten we niet.
In elk geval zijn er een heleboel stille getuigen
van het veranderde landschap. Als we het bos
uit lopen zien we een paar enorme dikke eiken
hakhoutstoven van wel 2 meter in doorsnee.
Zouden die misschien ook een 200-jarig jubi
leum vieren?
De Boom In Herfst 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland
5