B&e A :v si
Door: Pieter Voets, medewerker SLZ
Alle foto's: Pieter Voets
Het klinkt als een tegenstelling! Je gaat toch geen planten afmaaien om ze te behouden
of andere soorten te krijgen? Toch doen we dat met het zogenaamde 'Ecologisch maai-
beheer' wél. Dit maaibeheer heeft als doel om een bepaalde vegetatie (begroeiing) te
behouden of te krijgen. Het gaat dan om bijzondere en beschermde plantensoorten.
Bodem
Ecologisch maaibeheer heeft alles te
maken met voedingsstoffen in de bodem.
Over het algemeen kunnen we zeggen
dat er op voedselrijke grond weinig
soorten heel veel voorkomen. Je kan dan
denken aan wegbermen die voornamelijk
uit grassen, fluitenkruid en andere vrij
algemene soorten bestaat. Hoe mooi een
berm met bloeiend fluitenkruid ook is,
botanisch zijn deze niet heel interessant.
Verspreid in Zeeland hebben we plaatsen
waar de bodem wat schraler (minder
voedselrijk) is. Vaak gaat het om plekken
waar zand in de bodem zit zoals de dui
nen maar ook stukjes dijktalud. Wanneer
zo'n dijktalud zich ook nog eens aan de
zuidkant bevindt (opwarming door zon),
kunnen daar grote aantallen en ook bij
zondere soorten voorkomen.
Maaien
Alle terreinen die wij ecologisch maaien zijn
plekken met potentie omdat er al bepaalde
soorten voorkomen, of omdat de ondergrond
geschikt is (schraal, zuidkant dijk). Op locaties
met bijzondere soorten voeren we 'instand-
houdingsbeheer' uit. Hier wordt zodanig
gemaaid dat het terrein geschikt blijft voor
deze soorten. Het maaiwerk wordt na de bloei
van de belangrijkste soorten gedaan, zodat
ze hun zaad kunnen verspreiden. Het maaisel
wordt wel altijd afgevoerd zodat er ook nog
steeds voedingsstoffen weggehaald worden.
Sommige terreinen hebben wel potentie,
alleen staan er soms nog veel algemene soor
ten op. Hier voeren we 'verschralingsbeheer'
uit wat er op neerkomt dat er nog zoveel
mogelijk voedingsstoffen afgevoerd dienen te
worden. Daarom wordt er twee maal per jaar
gemaaid en afharkt.
De Boom In Zomer 2015 Stichting Landschapsbeheer Zeeland
29