Ruim 40 jaar geleden begon de Knotgroep van De Steltkluut in Oost Zeeuws-Vlaanderen met haar eerste werk dagen in het gehucht Steenovens in een schitterend weiland met "eeuwenoude" tronken. Het was een tijd waarin een snelle schaalvergroting op het platteland werd uitgevoerd en waarbij erg veel fraaie landschappelijke elementen verloren gin gen. De eerste jaren stortten de vrijwilli gers zich vaak op enorme knotbomen die ook nog eens zwaar achterstallig waren. In de loop der jaren werd het takenpakket geleidelijk aan wat verbreed. Periodiek werd ook wel eens in een bosje gewerkt, hagen afgezet en fruitbomen gesnoeid. Dat zorgde voor een aangename afwis seling. Jarenlang was er een prima doorstroming vanuit de jeugdgroep. Zo vanaf begin jaren negentig vulde een grote groep jongeren, variërend in leeftijd van 12 tot 22, hun zaterdagen met de werkzaamheden van de knotgroep. Dit stond garant voor veel ple zier en dolle streken. De jongeren waren zo fanatiek dat zij op een gegeven moment een stukje bos in het Axelse Smitschorre adopteer den van Staatsbosbeheer. Hoewel de meesten inmiddels uit het zicht verdwenen zijn, keert de knotgroep nog jaarlijks terug naar "het Gaaienbos" om onder andere de poelen weer vrij te zetten. De knotgroep is tegenwoordig in diverse terreinen actief. Er wordt gewerkt bij mensen thuis, maar ook in gebieden van Staatsbosbeheer en Het Zeeuwse Landschap. De kern van de werkzaamheden bestaat uit het knotten van knotwilgen. In het waterwin gebied Clinge - Sint-Jansteen wordt jaarlijks gewerkt aan het bestrijden van Amerikaanse Vogelkers. De knotgroep gaat ook de grens over, een vast adres is de biologische boerderij 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2015 | | pagina 18