De kraakwilg heeft een wat minder opgaande groei dan de schietwilg. In de knotpruik is dit terug te zien aan de wat bredere pruik die gevormd wordt door veel stammetjes. De soort is minder gevoelig voor de watermerkziekte dan de schietwilg. Hoewel weinig algemeen is de kraakwilg een goed bruikbare soort die tot een mooie knotboom kan uitgroeien. De hybride kraakwilg of bindwilg is een groep kruisingen tussen de schiet- en kraakwilg in. De natuurlijke kruising is waarschijnlijk zeld zaam maar de drie cultivars zijn algemener. 'Vitellina' (goudwilg) en Chermesina' (koraal wilg) zijn cultivars die qua eigenschappen dichter bij de schietwilg staan. 'Basfordiana' staat dichter bij de kraakwilg. Alle drie vallen ze op door kleurrijke gele, oranje of rode twijgen. In de winterzon lichten de twijgen fel op wat een fraai beeld geeft. In stedelijk gebied komen ze regelmatig voor, in landschappelijke beplan tingen minder. Ecologisch en landschappelijk gezien is het ook niet wenselijk om de gekleur de cultivars op grote schaal aan te planten. Op kleine schaal kan de aanplant van deze soort knotbomen interessant zijn. 'Basfordiana' is van de andere twee te onderscheiden aan het onbehaarde en langere blad. De boswilg kan ook uitgroeien tot een flinke knotboom maar heeft iets minder groeikracht. Het is van de opgaande wilgen de enige die nog redelijk goed op wat drogere grond groeit. Tevens is het één van de weinige wilgen die niet eenvoudig te vermeerderen zijn door stekken van poten. Zomerstek van jonge twij gen onder plastic kan overigens wel. Dit maakt aanplant een stuk duurder. De vroege katjes zijn een belangrijke bron van stuifmeel. Ook deze soort zou wat meer als knotboom aangeplant mogen worden. De meer struikvormige wilgensoorten komen als knotboom nauwelijks voor. De stam is al snel te zwak voor de steeds zwaarder worden de takkenpruik en er is grote kans op uitschu- ren van de takken. Door jaarlijks of tweejaar lijks te knotten kunnen de boompjes echter wel een langere tijd overleven en uitgroeien tot aardige knotboompjes. De amandelwilg heeft een prachtige afbladerende oranjekleu rige bast. De katwilg heeft sierlijke zeer lang werpige bladeren met zijdeachtig behaarde onderzijde. Het één en tweejarig hout kan gebruikt worden in vlechtschermen, manden en andere ambachtelijke vlechttoepassingen. De takken van katwilg zijn ook zeer geschikt om te verwerken in levende 'bouwwerken' zoals wilgentunnels of wigwams. Ook deze soorten verdienen wat meer aandacht. Populieren De Canada populier is veruit de belangrijkste leverancier van knotpopulieren. Ze komen verspreid in heel Zeeland voor maar in West Zeeuws-Vlaanderen vindt je de grootste aan tallen. In principe zijn alle rassen te gebruiken De Boom In Lente 2017 Stichting Landschapsbeheer Zeeland 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2017 | | pagina 31