en Waterschap Scheldestromen. Met uitzon
dering van het Waterschap hebben alle
organisaties ondertekend. De MEC's hebben
gezamenlijk ondertekend.
Het gebruiken van de ontsmettingsmiddelen om
verspreiding van ziekten te voorkomen
Foto: Sandra Dobbelaar
Effecten van het project
Het project heeft in Zeeland een aantal
effecten gehad. Hygiënisch werken bete
kent een extra inspanning leveren, die ook
weer moet worden uitgelegd aan excursie
deelnemers en kinderen, terwijl het plezier
van een amfibie te kunnen beetpakken er
nu niet meer is. Dat alles maakt het wat
minder aantrekkelijk. Toch hebben bijna alle
organisaties besloten te ondertekenen. Het
mindere plezier, het extra werk en het gege
ven dat ondanks de betere werkwijze er
toch nog steeds wel wat risico's voor de
amfibieën blijven, heeft een aantal vrijwilli
gers doen afhaken als begeleider van edu
catieve projecten aan de waterkant. Dat is
jammer. Er zullen daarvoor weer nieuwe
vrijwilligers moeten worden gevonden,
want dit soort educatie blijft belangrijk.
De natuurbeherende organisaties zijn wat
terughoudender geworden met het toe
staan van educatieve activiteiten in gebie
den met kwetsbare populaties.
Er is een discussie met natuurbeheerders
geweest om ook het ontsmetten van machi
nes in de overeenkomst op te nemen.
Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten
zagen dit vooralsnog niet zitten, vooral door
de praktische problemen (hoe ontsmet je
een maaimachine die van het ene natuur
gebied naar het andere gaat en steeds aan
de waterkant werkt) en omdat de kosten
hierbij heel snel oplopen. Beide organisaties
hebben wel aangegeven dit op landelijk
niveau aan te willen kaarten. Dit is goed
te begrijpen, want het betreft landelijke
organisaties, die niet in iedere provincie
een apart beleid willen. Er is op dit moment
echter geen beweging op dit terrein.
Deze beweging zal mogelijk wel ontstaan
als de ziekten zich verder verspreiden.
Een effect van dit project is ook dat het als
pilot kan gelden voor andere regio's in
Nederland, en de hele bescherming tegen
de ziekten een extra stimulans kan geven.
Toekomst
RAVON heeft gemeld dat in 2016 landelijk
geen uitbreiding lijkt te hebben plaatsge
vonden van Bsal. In Zeeland is vooralsnog
sprake van een bescheiden risico (nog geen
van de beide ziekten is hier aangetroffen).
Met het bescheiden budget van dit project
kon worden volstaan om de eerste bescher
mingsmaatregelen te treffen. Als de ziekte
hier echt gaat toeslaan zal dit bescheiden
budget uiteraard onvoldoende zijn, om
overal in Zeeland een effectieve bescher
ming te garanderen. Bovendien is er steeds
voortschrijdend inzicht wat betreft de inzet
van ontsmettingsmiddelen en zal de
landelijke discussie van hoe om te gaan
met machines ook weer een keer terug
komen. Dit alles maakt dat het project een
eerste stap in de goede richting is geweest
en dat afhankelijk van de ontwikkelingen
er in de toekomst mogelijk nieuwe
activiteiten nodig zullen zijn.
De Boom In Zomer 2017 Stichting Landschapsbeheer Zeeland
29