Hommels daarentngvn letteen wel og de ewaliteitvae stuifmpe! en zoeken dit actief op. Overigens "praten" hommels en solitaire bijen niet met elkaar. De periode dat honingbijen adM voedsel verzamelen is gegeveer 6 a 7 mannden, een hommel- volkdnet het cngevees 3 maanden en een se litaire bij drie weken. Bij het verza melen brengen bijen binnen een bloem stunmed van bee helmknoppen naar de stempel e n stuifmeel over van ee ene bleem naar cie andere metals resnltaat: gestuivi ng. Ui eer komen we op het terroin dan ee mens. Deze heeft ckltuurlandschap aan gelegd om ook zo efociënt mogelijk voedsel te produceren. Zo'n rultuurland- echa p kan heel arm voerde bij zijn. Bovendien moeteo de gewesren beschermdwoJden tegen dievten en a^gen en daarvoerworden gdwas- beechermingsmideelen iegezeti Niet alle gewa sbeschermingsmiddelen zijn SJevaarlijkvoor bijen ee bij de toelating wordt hiee rekening mee gehouden maar hoe dan ook, de combinatie bij en gewasbeschermingsmiddel is minder gelukkig. Wanneer we er de bestuiving bij betrekken weten we dat wereldwijd ongeveer drie kwart van de planten en een derde van de voedselgewassen afhankelijk is van bestuiving door dieren waarvan bijen een belangrijk deel uitma ken. Bestuiving is dus belangrijk voor de voedsel- en zaadproductie. Het is daarom zaak dat er altijd en overal bijen zijn of beter gezegd kunnen zijn. Ik hoorde laatst op een symposium de bewering dat het plaatsen van bijenvolken bij gewassen, met het doel deze te bestuiven, een aanwijzing is dat er van nature te weinig bijen voorkomen om het allemaal zelf te doen. Deze bewering gaat natuurlijk wel wat scheef want in een cultuurlandschap wisselen bloeipieken en bloei-arme periodes elkaar af maar er zit een kern van waarheid in. Het mag duidelijk zijn dat een landschap waar bijen gedijen een voordeel is voor het cultuur landschap en natuurlijk ook voor de niet- cultuurplanten waarvan de vruchten en zaden weer voedsel vormen voor vele dieren. Kortom dit hele betoog leidt naar één stelling: er moet gedurende het bijenseizoen altijd voldoende bloei zijn om ze van voedsel te voorzien voor hun onderhoud, voorplanting en voor bestuiving van cultuurgewassen en wilde planten, een win-win situatie voor de bij en de mens. De excursie bij het genoemde symposium voerde langs zogenaamde Zeeuwse hagen rondom boomgaarden met bloeiende bomen en struiken en bloem- stroken langs akkerranden. De combinatie van heggen en bloemstroken levert, mits goed aangeplant, een voortdurend aanbod van nectar en stuifmeel. Heggen met bijvoor beeld wilg, vuilboom, (boeren)jasmijn, sneeuwbes, rozen, afgewisseld met esdoorns en lindebomen zorgen voor een doorlopende dracht en nestgelegenheid voor bijen, vogels en wild. Bloemstroken bloeien vaak wat korter en zijn belangrijk voor solitaire bijen, hom mels en zweefvliegen. Bloemstroken hebben de neiging na enkele jaren qua diversiteit te verarmen en moeten daarom regelmatig vernieuwd worden. Naast voedsel en nest gelegenheid voor hommels en solitaire bijen, dragen heggen en bloemstroken ook bij aan de gewasbescherming omdat ze ook een De Boom In Herfst 2017 Stichting Landschapsbeheer Zeeland

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2017 | | pagina 11