Op het bijensymposium in Zeeland op 12 mei
sprak Koos Biesmeijer over de economische
waarde van bestuiving. Dit is een heel belang
rijk aspect, met name voor fruittelers. Voor
degenen die toen niet aanwezig waren, of het
verhaal nog eens willen nalezen volgt hier een
beknopte samenvatting.
Het gaat de laatste tijd vaak over hoe slecht het
gaat met 'de bijen. Maar waar hebben we het
dan eigenlijk over? De meeste mensen kennen
de honingbij, die door imkers gehouden wordt
en honing maakt, maar dat is niet alles. In
Nederland zijn nog veel meer soorten bijen,
zo'n 360 in totaal! Deze soorten leven allemaal
in het wild, zonder imker. Veel daarvan zijn
waarschijnlijk onbekend, maar niet allemaal.
Zo zijn hommels bijvoorbeeld ook bijen. Alleen
al daarvan zijn er in Nederland 29 verschillende
soorten. Hommels leven net als honingbijen in
kolonies, maar de rest van de wilde bijen zijn
solitair en leven dus alleen. Zo zijn er bijvoor
beeld ook zandbijen, metselbijen, behanger
bijen en groefbijen.
Waarom vinden we het nu zo erg dat het slecht
gaat met de bijen? Bijen (en andere insecten)
zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor
de bestuiving van onze gewassen. Zo worden
alle tomaten in de kas bestoven door hommels
en zouden wij geen chocolade kunnen eten als
knutjes, kleine steekvliegjes, in de tropen de
cacaobloemen niet zouden bestuiven. Dit zijn
twee voorbeelden van gewassen die door een
specifieke bestuiver wordt bestoven. Hommels
zetten speciale 'buzz' bestuiving in om de stuif-