De Unielijst zal betekenen dat de bestrijding
van exoten intensiever uitgevoerd moet gaan
worden. Het betreft immers een verplichting.
De Provincie wordt gevraagd een coördineren
de rol op zich te nemen. Ook SLZ wil heel graag
hiermee aan de slag.
Landschapsbeheer heeft ervaring in de bestrij
ding van exoten. Zowel wat betreft monitoring
van de soorten, als de daadwerkelijke bestrij
ding. Zo zijn vrijwilligers al jarenlang actief met
het bestrijden van Amerikaanse vogelkers in de
bossen langs de grenskant met Vlaanderen en
in de duinen. Op veel plekken is de soort flink
teruggedrongen en krijgen natuurlijke begroei
ingen weer een kans. Ook zijn vrijwilligers op
veel kleinere schaal bij particulieren wel al
actief met de bestrijding van enkele kruidachti
ge lastpakken. Omdat met deze soorten bij ons
en ook in het land al wat ervaring is opgedaan
willen we die hier kort bespreken: de Reuzen-
berenklauw en de Japanse duizendknoop.
Reuzenberenklauw
De Reuzenberenklauw valt direct op door haar
forse afmetingen en indrukwekkend grote
bloemschermen. Dat was ook de reden voor
tuinliefhebbers om deze soort aan te planten.
Maar de soort bleek zich heel snel te kunnen
verspreiden in het landschap. Ze kan dominan
te vegetaties vormen waarmee ze alle andere
kruidachtige soorten kan weg concurreren. De
plant bezit verder ook de nare eigenschap dat
bij aanraking met de blote huid brandblaren
kunnen ontstaan. Een groot nadeel langs wan
delpaden en op plaatsen waar bijvoorbeeld
kinderen spelen.
Bestrijding
De Reuzenberenklauw is erg lastig te bestrijden.
De plant is taai en zeer groeikrachtig. Wanneer
je alleen maaibeheer inzet, moet dat jarenlang
en intensief (bv. 5x/jaar) worden volgehouden,
om de plant eronder te krijgen. SLZ werkt soms
wel met zeisen bij het afmaaien van kleinere
populaties. De zeis heeft een voordeel boven de
bosmaaier, omdat daarmee geen delen verpul
verd worden waardoor stof ingeademd kan
worden. Omdat maaibeheer vaak onvoldoende
effectief is wordt ook ingezet op andere metho
den. Er zijn schapenrassen die deze soort goed
kunnen begrazen. Bij een drukbegrazing op een
beperkte oppervlakte werkt dit goed, nadeel is
daarbij wel dat daarmee ook bijna alle andere
vegetatie weg gegraasd wordt. Er is geëxperi
menteerd met verschillende chemische midde
len, zowel met bespuiten van hele planten als
insmeren van afgezette stengels. De resultaten
hiervan zijn ook niet altijd positief, waarbij het
spuiten van gif in de terreinen natuurlijk ook
een nadeel is. Kleinere populaties worden ook
wel met een spade diep onder de grond afge
stoken. Een bruikbare methode is het laag afste
ken van de planten, liefst net onder de grond en
dan op het restant een hand keukenzout leg
gen. Dit kan uiteraard ook alleen bij kleinere
populaties. Landschapsbeheer Flevoland heeft
een speciale "berenklauwboor" ontwikkeld
waarmee afgezette berenklauwen ook verder
uitgeboord kunnen worden. Dit blijkt ook effec
tief te zijn. Men heeft daar zelfs een aparte vrij-
willigersgroep die hiermee aan de slag is
gegaan. Zover is het in Zeeland nog niet, maar
SLZ is over het idee enthousiast.
Brandblaren van Reuzenberenklauw.