Sprinkhanen te Klein Valkenisse
Door: Arjen van Gilst, vrijwilliger SLZ
In de zuidwestelijke duinstrook op Walche
ren ligt een voor publiek verborgen natuur
gebied. Over een groot deel van deze kust
strook loopt een wandelpad. Tussen
Dishoek en Groot Valkenisse ontbreekt
echter een openbaar pad. Kustverdediging
en natuur gaan hier hand in hand. Stichting
Landschapsbeheer Zeeland voert in dit
gebied beheer uit om natuurwaarden te
behouden.
een vallei aan de binnenduinrand, de zoge
heten bijenkuil. Medewerkers van SLZ hou
den in juni en september de begroeiing
kort met bosmaaiers. Vrijwilligers harken
het maaisel bij elkaar en leggen dit op ril
len, op een daarop volgende zaterdag.
Hiervoor kan SLZ altijd mensen gebruiken.
Op deze dagen kunnen de betrokkenen
actief genieten van dit bijzondere stukje
Walcheren.
Sinds april 2012 loopt ondergetekende hier
als vrijwilliger vaste monitoringsroutes, om
aanvankelijk het voorkomen van de Kleine
Parelmoervlinder te tellen. Vanaf dat jaar
zijn ook de grotere sprinkhanen bijgehou
den, die werden waargenomen. Minimaal
wekelijks werden diverse insectensoorten
geteld en indien mogelijk gefotografeerd.
Mede door het ontbreken van de doelsoort
in de laatste jaren, is de inventarisatie
uitgebreid naar vliegen en bijen. De waar
nemingen worden geregistreerd op
"https://walcheren.waarneming.nl" en ter
validatie aangeboden aan de administrato
ren van deze database. Op deze manier is
het toch inzichtelijk voor derden, wat er in
deze verborgen wereld leeft.
De duinstrook van Klein Valkenisse en
Dishoek Noord behelst negen beheers-
valleien, waar twee maal per jaar wordt
gemaaid, om het dichtgroeien tegen te
gaan. Dit is van belang, omdat anders de
specifieke duinsoorten onder druk komen
te staan. Het betreft acht duinvalleien en
Tijdens de monitoring worden zes grotere
sprinkhaansoorten structureel geteld.
Het gaat dan om vijf soorten sabelsprink
hanen (herkenbaar aan de lange sprieten,
de vrouwtjes hebben een legboor, de
"sabel") en één veldsprinkhaan (herkenbaar
aan de korte sprieten). De kleinere soorten
zijn moeilijker te tellen en determineren.
Van soorten zoals het Knopsprietje en de
Krasser, wordt alleen de aanwezigheid vast
gesteld.
Een grote Veldsprinkhaan, die kenmerkend
is voor zandgronden, is de Blauwvleugel-
sprinkhaan. Wanneer deze voor je uit vliegt,
is meteen duidelijk waar deze zijn naam
aan dankt. Dan is het heldere lichtblauw
van de vleugels goed te zien. Aan het begin
van de onderzoeksperiode werd deze soort
nog als zeldzaam geregistreerd. Inmiddels
is duidelijk dat de Blauwvleugelsprinkhaan
in de kuststrook vrij algemeen is. De soort
lijkt wel te profiteren van het gevoerde
beheer in de duinvalleien. Er worden per
dag maximaal ongeveer honderd exempla-
10