Rouwmossen in Zeeland op 183 Zeeuwse kerkhoven, en begraafplaatsen - 1 igHpï i :'M - Een paar woorden over een onderzoek naar de mos flora Door: Hans de Bruijn, vrijwilliger SLZ De voormalige begraafplaats Molendijk in 's-Heerenhoek. Mossen en ander klein grut Mossen zijn pionierende sporenplantjes die overal groeien waar nog niets anders zich heeft gevestigd: op levend of dood hout, op steen en op allerlei bodems vóór ze daar worden afgelost door 'hogere' planten. Nogal wat mensen gooien alles wat klein en onbekend is op één hoop: mossen, lichenen (met de hoogst onhandige Nederlandse naam 'korstmossen'), algen, schimmels en soms nog veel meer. Vaak wordt dit bonte geheel vervolgens geasso cieerd met (veel) vocht. Wie wel eens een gortdroge duintop vol Duinsterretjes of een zinderend hete stadsmuur vol Muur-, Muisjes- en andere soorten mos heeft gezien, weet beter. Zoals elke plant stelt elk mos andere eisen aan zijn omgeving: nat of droog, zon of schaduw, zuur of niet zuur. Mossen hebben geen wortels en onttrek ken geen voedsel aan het substraat waarop ze groeien: niet aan bomen, niet aan steen en niet aan de bodem. Voor geen van drie zijn ze schadelijk. Ze hebben genoeg aan nu en dan een paar druppels dauw of regen waarin wat voedingsstoffen zijn opgelost die ze met hun hele oppervlak opnemen. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2018 | | pagina 12