Steenuilen in midden Zeeland
v- .i; i
Door: Peter Boelee, veldmedewerker Zeeuws Steenuilfonds
Steenuil bij kast. Foto: Peter Boelee
Rond 1940 werd de steenuilpopulatie in
Zeeland nog op ruim 2200 paar geschat,
verspreid voorkomend over alle Zeeuwse
eilanden en in Zeeuws Vlaanderen. Het
landschap waar steenuilen zich van ouds
her prettig in voelden, verdween door o.a.
de inundatie tijdens de oorlog, de waters
noodramp en de daarop volgende ruilver
kaveling. Met de uitbreiding van de indus
trie en de aanleg van steeds meer wegen
en de toenemende recreatie waren steen
uilpopulaties niet langer in staat via ver
bindingszones uit te wisselen. Alleen daar
waar dat oude landschap nog bewaard
gebleven is, zijn er nu nog steenuilen te
vinden zoals in Zeeuws Vlaanderen en
Zuid-Beveland. Op alle andere Zeeuwse
eilanden zijn ze in de afgelopen 20 jaar
geheel uitgestorven. Deze terugval vond
in heel Nederland plaats en begin jaren
negentig werden er overal maatregelen
genomen om de steenuil in Nederland te
behouden.
Kasten plaatsen
In Zeeland begon SLZ met het plaatsen
van steenuilnestkasten, in 10 jaar tijd wer
den er alleen al op Zuid-Beveland en
Walcheren 100 nestkasten geplaatst. Door
Provinciale subsidie werd het mogelijk om
bureau Natuurbelevenis opdracht te
geven de beschermingsmaatregelingen
uit te breiden. Boeren en buitenlui werd
gevraagd om een nestkast op hun erf of
landgoed te mogen plaatsen, zelden werd
dat geweigerd. Tussen 2007 en 2017
werden er nog eens 200 nestkasten
bij geplaatst. Werden er in 2007 nog maar
7 nestkasten door steenuilen gebruikt, in
2018 waren dat er op Zuid-Beveland al 57.
Concurrentie
Door de toenemende concurrentie van
alle holenbroeders, zoals kauwen en
holenduiven verhuisden veel steenuilen
van holle bomen en schuurtjes naar de
nestkasten. De populatie breidde zich
30