Zieke fladderiepen Door: Johan Calle, SLZ In Nederland komen drie inheemse soorten iepen voor: de gladde iep, de ruwe iep en de fladderiep. Uit de krui singen tussen de ruwe en gladde iep zijn de hybride Hollandse iepen ont staan. Voor het uitbreken van de iepen ziekte was vooral de Hollandse iep 'Belgica' langs wegen en op dijken een imposante verschijning. De monumen tale en soms zeer oude veldiepen waren vooral te vinden op en rond de erven. Bij het uitbreken van de iepen ziekte in de jaren tachtig bleken deze markante bomen helaas niet bestand tegen de ziekte en van de oorspronke lijke populatie bleef zo goed als niets over. De enige inheemse iepensoort die weinig vatbaar bleek voor de ziekte Blad van de fladderiep steeliep. Foto: Johan Calle Beginnende wortelaanlopen bij de fladderiep was de fladderiep. De soort komt in het wild niet voor in Zeeland en werd ook nooit veel aangeplant. In de zoektocht naar alternatieven voor de niet meer bruikbare soorten kwam er steeds meer belangstelling voor de fladderiep. Herkenning iep Iepen zijn als geslacht gemakkelijk te herkennen. In de winter zijn de twijgen die in een regelmatig visgraatmodel gerangschikt zijn en de opvallend kleine knoppen een goed kenmerk. In de zomer zijn ze te herkennen aan het ruwe blad met duidelijk scheve bladvoet. Iepen bloeien nog voor de blad- ontluiking. De bloemen zijn weinig opvallend, maar de gevleugelde zaden des te meer en geven de boom al een groen uiterlijk nog voordat het blad is ontwikkeld. Na rijping wordt het zaad bruin en valt het af. Dit gebeurt soms zo massaal dat het voor een leek kan lijken alsof de boom ziek is. Het blad dat kort daarna tevoorschijn komt laat zien dat er niets ongewoons aan de hand is. Landschapsbeheer Zeeland Zomer 2019 Samenwerken aan ons cultuurlandschap 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2019 | | pagina 31