Toenemende ziekteverschijnselen De fladderiep (Ulmus laevis, of steeliep) had wat iepziekte betreft altijd een goede naam. De soort is weliswaar zeer gevoelig voor de ziekte bij kunstmatige infectie, maar wordt in de praktijk bijna nooit besmet De laatste jaren zijn echter op verschillende plekken in Zeeland ziekte verschijnselen in fladderiepen aangetrof fen die sterk lijken op iepziekte. In 2018 leken deze verschijnselen op het Eiland van de Meijer bij Terneuzen sterk toe te nemen. Daarnaast bleken ook fladder iepen van weg- en dijkbeplantingen aan het Vogelfort, Kruisdorp, Sluis, en Goes aangetast te zijn. In de omgeving van IJzendijke, Koudekerke en nabij Westkapelle zijn fladderiepen zelfs in bosverband afgestorven. lepziekte of toch iets anders? De eerste belangrijke vraag was of het inderdaad de iepziekte betrof, want ver- welkingsziekte (Verticilium dahliae) kan er verdacht veel op lijken. Ook andere ziek ten zoals het nieuwe aaltje (Meloidogyne mali) die de wortels van de iepen aantast werden niet uitgesloten. Bij Terneuzen en op drie andere plaatsen in Oost Zeeuws- Vlaanderen, waar fladderiepen met gelijk soortige verschijnselen aangetroffen wer den, hebben we takmonsters genomen. In alle monsters werd door de NVWA inderdaad iepziekte (Ophiostoma novo- ulmi) gevonden. Dat was nieuw, want niet eerder was in Nederland op fladderiepen op deze uitgebreide schaal iepziekte aangetoond. Ringvormige bruinverkleuring van het takhout. Foto: Lucien Calle lepenspintkevers In Nederland komen drie inheemse soor ten iepenspintkevers voor die de iepziekte kunnen overbrengen: de grote iepenspint- kever (Scolytus scolytus), de kleine iepen- spintkever (S. multistriatus) en de dwerg- iepenspintkever (S. pygmaeus). Van de drie kevers is niet eerder beschreven dat ze ook de fladderiep in Nederland benutten als broedboom en voor rijpingsvraat. Buiten Nederland beschreef de Russische weten schapper A.D. Maslow in 1970 al waar nemingen van iepenspintkevers op de fladderiep. In Oost- en Midden-Europa komen nog enkele nauw verwante soor ten spintkevers voor die ook wel de fladderiep benutten. Met de klimaat- opwarming zijn veel verspreidingsarealen van insecten in beweging. Zou hier sprake zijn van een voor Nederland nieuwe iepenspintkever? Op het Eiland van de Meijer bleek zowel de grote iepenspintkever als de kleine iepenspintkever aanwezig, op het Vogelfort bij Hengstdijk werd alleen de kleine iepenspintkever gevonden. De gladde iep, ook wel bekend als veldiep (Ulmus minor), is in veel bosjes en wegbeplantingen zeer algemeen en alle oudere exemplaren vallen ten prooi aan de iepziekte. Nu beide inheemse iepenspintkevers ook op de fladderiep zijn aangetroffen én de gladde iep vanwege de iepziekte als volwassen boom steeds meer uit het landschap is verdwenen, is het denk baar dat de iepziekte nu via deze kevers ook de fladderiep aantast. Wellicht zijn de kevers door afnemend voedselaanbod minder'kieskeurig'. Vraatpatroon kleine iepenspintkever op fladderiep. Foto: Lucien Calle De waarnemingen roepen bij ons een aantal nieuwe vragen op: Kunnen de effecten het gevolg zijn van droogte? Vooral op de drogere gronden hebben bomen tijdens warme en droge zomers een vermin derde conditie vanwege droogte stress. Ze zijn dan minder goed in staat zich te verweren tegen bast- kevers. Het is de vraag of de warme en droge zomers van 2018,2019 en 2020 een rol hebben gespeeld in de snelle verspreiding van iepziekte in fladderiepen. Opmerkelijk is dat de zieke fladder iepen alleen in Zeeland zijn waar genomen. De kans dat beide iepen spintkevers alleen in Zeeland de fladderiep benutten, lijkt klein. Wordt er in de rest van Nederland niet goed opgelet, of is de situatie daar nog niet zover? Een reële mogelijkheid lijkt dat een van de twee inheemse spintkever- soorten (de kleine en de grote iepen spintkever) de overstap naar de fladderiep heeft gemaakt. Mogelijk zelfs beide kevers. Dat er tot nu toe geen uitheemse iepenspintkevers op fladderiepen zijn aangetroffen, bewijst nog niet dat ze niet aanwezig zijn en dat ze geen rol hebben gespeeld. In de buurlanden komt een aantal ver wante spintkevers voor die ook in de fladderiep voorkomt, zoals Scolytus laevis, en S. triarmatus. Misschien is toch een van deze uitheemse soorten 8 Landschansbphppr7pplanH -Wintpr 7070 Sampnwprkpn aan nn<; riiltiinrlanrfwhan

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2020 | | pagina 6