1
Hulsthaag in Zuiddorpe. Foto:
Hulst is een herkenbaar symbool van
Kerstmis. Een takje hulst met rode bessen
staat mooi en is vaak te vinden in een
kerststukje. Wat weten we eigenlijk van
onze inheemse hulst en de relatie van deze
struik met andere soorten? De inheemse
hulst is de enige soort uit de hulstfamilie
die in onze omgeving van nature voor
komt. Hulst is een heester die kan uitgroei
en tot een boom van 15-20 meter hoog
met een stamomvang van 150 cm als hij
voldoende ruimte krijgt voor zijn uitge
breide maar ondiepe zinkerwortelstelsel.
Er zijn hulstbomen van 150 jaar oud.
De ecologie van hulst
Hulst is een nectarplant en de vrouwelij
ke plant heeft daarom voor nectar etende
Het karakteristieke zinkerwortelstelsel
van hulst Tekening: Nettie Wilderom
insecten (zoals bijen en vlinders) een
grote aantrekkingskracht. In de lente
bloeit ze met kleine waswitte geurige
bloemen, die na bestuiving door voor
al bijen en zweefvliegen uitgroeien
tot besachtige steenvruchten. Die
steenvruchten zijn giftig voor de mens
en zijn bij de meeste vogels niet erg in
trek. Appeivinken en kramsvogels
eten ze wel; lijsters en veel andere
vogels eten ze enkel aan het eind van
de winter als ander fruit schaars is
geworden. Vandaar ook dat er rond
Kerstmis nog zoveel bessen aan de
boom hangen. Als enige inheemse
loofboom van Noordwest-Europa
behoudt de hulst in de winter zijn bla
deren. Dit kan vanwege de leerachtige
en aan de bovenkant glanzende bla
deren. Hulstbladeren zitten soms lan
ger dan twee jaar aan de plant. Het
aantal nauwe relaties van hulst met
insecten is aanzienlijk lager dan bij
andere inheemse bomen. Dit kan te
maken hebben met de structuur van
het blad maar ook omdat de hulstfa
milie in de wijde omgeving weinig
vertegenwoordigers heeft zodat het
aanpassen van insecten aan de leef
wijze van deze boom beperkter is.
Hulst is een waardplant voor onder
andere het boomblauwtje, waarvan
de rups de bladeren eet en de hulst-
vlieg, waarvan de larven in het blad
mineren. Ook zie je dat veel insecten
rusten of zich opwarmen op hulstbla
deren zoals cicaden en vliegen.
Hulst komt vooral voor in loofbossen
Boomblauwtje, die hulst als waardplant heeft.
Foto: Joan van der Velden
met een wat zure, matig voedselrijke
en beperkt vochtige zandige of lemi-
ge bodem. Dit is ook het milieu van
beuken. Vanwege de grote groei
kracht van de beuken die resulteert in
een licht- en wortelconcurrentie komt
hulst in het wild niet vaak tot het
boomstadium.
De cultuurhistorie van hulst
Hulst is al sinds eeuwen een geluks-
brenger. De Kelten en Germanen ver
eerden de hulst als heilige boom en
hielden het kwade hiermee op
afstand. De Romeinen stuurden hun
vrienden in de winter een takje hulst
om goeds te wensen. Hulsthagen
werden vroeger vaak als weerhagen
tegen dieven en vijanden aangeplant
en waren door hun stekelige karakter
ook geschikt als veekering. Op het
Landschapsbeheer Zeeland Winter 2021 Samenwerken aan ons cultuurlandschap