De Landstand is geboren
Melkveecontrole
Q E LANDSTAND is er! De Nederlandsche
Landstand!
Er kon over getwist worden op welke wijze de
ordening van onzen land en tuinbouw in den
ruimsten zin genomen, moest worden voltrokken
en met publiekrechtelijke bevoegdheden worden
bekleed, nu is hij een feit.
(Hadden velen, ook ik, liever gezien dat allen
verplicht waren geworden in één organisatie vóór
een bepaalden datum zich te vereenigen, welke
dan met dezelfde bevoegdheden had kunnen
worden bekleed en waren daartoe als vanzelf de
provinciale, de algemeene Landbouwmijen aange
wezen, die zoo oneindig veel goeds in het afge-
loopen tijdperk hebben gewrocht en in de meeste
provinciën een diepgaand vertrouwen hebben, de
bevoegde Overheid heeft het anders gewild en
de Landstand kwam op andere wijze tot stand.
Zelfs over de vraag of nu wel in oorlogstijd door
de bezettende macht dergelijke ingrijpende maat
regelen behooren genomen te worden, hoe ook
de ordening gewenscht moge zijn, valt niet meer
te redetwisten.
De Landstand nog eens hij is een feit!
Wie nuchter de zaken beoordeelt en zich eraan
wenscht te onderwerpen en geen slachtoffer van
omstandigheden begeert te worden, neemt dit
aan en rekent hiermede.
En dan moeten wij eerlijk erkennen, dat de Land
stand op zichzelf al jarenlang door zeer vele
vooraanstaande lieden in ons economisch agra
risch leven is verlangd.
Door deze organisatie, met rechten en bevoegd
heden bekleed, kan de landelijke stand meer en
beter zich zelf worden en minder afhankelijk zijn
van de overheidszorg en het daaruit voortvloeiend
ambtenarencorps. Het v erschil tusschen deze
organisatie of ordening en de oude is ook deze:
dat zij omvat allen;
dat zij raakt alles en
dat zij beslissende, verordenende macht heeft.
Zij omvat allen. Jarenlang is ook door mij in
-Zeeland op de meest ernstige wijze gewezen op
de strenge noodzakelijkheid van eenheid. Waartoe
men zich ook in afzonderlijken kring meende te
moeten organiseeren, men moest m.i. toch aller
eerst lid zijn van de algemeene organisatie om
de technische en economische belangen van den
landelijken stand gemeenschappelijk te behar
tigen. Het was tevergeefs. Allerlei oorzaken, niet
het minst van partijpolitieken aard, dreven tot
afzonderlijke confessioneele organisaties, welke
misschien reden van bestaan hadden, wanneer
men vanuit een zelfde levensbeginsel met elkan
der eenig onderwerp dat van daaruit moest
worden benaderd of opgebouwd, wilde behande
len en waartegen zeker geen bezwaar was ook
binnen den kring der algemeen organisatie, maar
die toch nooit een belemmering hadden mogen
zijn om op het algemeen gebied, in de neutrale
zone liggende belangen, gemeenschappelijk te
behartigen.
Allen één.
T HANS behooren tot den Landstand allen
zonder onderscheid van godsdienst of kerkgenoot
schap of politiek inzicht, die bezitters of bewer
kers van onzen bodem zijn tegelijk met de
visschers benevens de vrouwen en de jeugd,
die tot dezen kring behooren.
Alle vormen den Landstand. Dat is een buiten
gewoon voordeel, dat eindelijk weder de in de
laatste tientallen van jaren ontstane gespleten
heid van ons volk op dit gebied, is overbrugd en
hersteld, waardoor een gezond, één doel na
jagend volksleven kan worden gevoegd en tot
rijke ontplooiing kan worden gebracht. Hierdoor
kan de landelijke stand meer en beter dan anders
zijn taak vervullen in het volksgeheel en komen
en blijven op de plaats waarop het temidden
van handel en industrie als gelijkwaardige be
hoort te staan.
De Landstand raakt alles. Met alles bedoel ik
van zelf, alles wat hèm raakt, wat dus in verband
er mede staat, ook de vrouwenbond, ook de
jeugdorganisaties, ook de opleiding voor het vak:
de cursussen, de land- en tuinbouwscholen, de
landbouwhuishoudscholen, ook de verzorging en
veredeling van gewassen en dieren, alles wat in
den ruimsten zin des woords met het bodem- en
watergebruik in verband staat. Hoe noodzakelijk
is di^ om samenspreking en samenwerking te
verkrijgen. Wanneer alles afzonderlijk is georga
niseerd, zonder eenheid met andere deelen, dan
komt er strijd tusschen datgene, wat slechts door
eenheid kan boeien.
Dan bestaat de mogelijkheid dat de eene organi
satie naar links trekt en de andere naar rechts,
zoodat de wagen niet voortgaat. Is er eenheid!
behoort alles tot één ordening, dan wordt voor
komen, dat de een werkt op het gebied van den
ander of onbekend is met eens anders werk
gebied en men tegenstrijdige dingen doet.
Een zeer belangrijk punt is ook dat de ordening
in velerlei opzicht beslissingen geven kan. De
oude organisatie kon slechts adviseeren, nooit be
slissen. De beslissing over de eigen aangelegen
heden der boeren b.v. was niet bij de boeren
zelf, maar bij de regeering, de Overheid. Door
de ordening van den Landstand zal meer en
meer, bijzonder in normale tijden, de boer kun
nen beslissen over zijn eigen aangelegenheden.
Ja zelfs de vaststelling der prijzen van de pro
ducten, het marktwezen, zal hij op den duur
in eigen hand krijgen, zij het dat de Overheid
om excessen te voorkomen, wel toezicht zal
moeten oefenen, daarbij rekenend met de bil
lijke levenseischen van een bloeienden land
arbeidersstand evengoed als met eigen bestaans-
mogelij kheden
Door het meerdere welvaren, tengevolge van
grootere stabiliteit in prijzen voor de producten,
komt er meer rust, en kan men dieper naden
ken en is de weg gebaand voor een hooger en
rijker cultuurleven en zullen de belemmeringen,
die de geleidelijke ontplooiing der persoonlijk
heden in den weg staan, voorzoover gelegen in
materieele oorzaken, meer worden weggenomen
en zal er dus naar den mensch gesproken, rijker,
gelukkiger leven mogelijk zijn. Ook zal daar
door het diepere, innerlijke leven, het godsdien
stige leven, zich meer en vrijer, ongedwongen
kunnen ontwikkelen. Gods zegen is immer noo-
dig, evenals Gods Geest ter leiding van ons
innerlijk en persoonlijk leven.
Wel verre, dat de zooveel jaren verlangde orde
ning van den Landstand hiertegen ingaat, ver
schaft zij juist de stoffelijke voorwaarden daar
toe.
Moeilijk zal het zijn, nu er helaas tengevolge
van allerlei omstandigheden, bij zoovelen onzer
verzet of wantrouwen is, den Landstand volledig
te organiseeren. Het zal wat langer duren dan
wanneer in andere tijden en op andere wijze hij
was ontstaan. Maar als goede vaderlanders zijn
wij verplicht met achterstelling van persoonlijke
gevoelens en gevoeligheden, ons met hart en ziel
te geven voor het welvaren van het geheel. Dat
raakt zeker de voedselvoorziening, zoo dringend
noodzakelijk in oorlogstijd, waaraan wij de beste
krachten moeten wijden. Maar het raakt ook al
het andere, wat ik reeds noemde en hetgeen tot
de ontwikkeling van den landelijken stand kan
meewerken. Neen, wij willen niet ten onder gaan.
Wortel der volkskracht.
I NDBRDAAD is de wortel der volkskracht in
den landelijken stand te vinden. En het behoud
van onze volkskracht vraagt een welvarend
platteland. Daar is de oerbron dier volkskracht.
Gelukkig zijn in den Landstand ook de arbeiders
betrokken. Dat geeft uitzicht dat eindelijk de
Een dezer dagen vanwege de hoofdinspectie
van het Ned. Rundvee Stamboek ingesteld onder
zoek naar de productie-controle bij het melkvee
in Nederland om tot maatregelen ter verbetering
te komen, wijst weer eens uit, dat de Zeeuwsche
veehouders nog lang niet aangeland zijn waar
ze komen moeten.
In deze provincie, waar we voor den oorlog een
productie kenden van ongeveer honderd millioen
liter per jaar met een bruto opbrengst van elf
a dertien millioen gulden, terwijl de vee-afzet
ongeveer 30.000 stuks per jaar bedroeg, komen
de veehouders nog steeds achteraan op controle-
gebied tesamen met de provincie Limburg,
Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant.
Over deze materie is in de afgeloopen jaren
reeds veel te doen geweest. Terwijl goed manne
lijk fokmateriaal en melkcontröle de middelen
zijn om tot hoog productief vee te geraken, kent
Zeeland echter eerst sedert 1 Jan. 1940 een
provinciaal reglement op het houden van dek
stieren terwijl thans nog slechts 16 pet. van het
melkvee wordt gecontroleerd op productie. In
Friesland bedraagt dit laatste cijfer 63 pet.
Melkveecontröle meer dan ooit vereischt.
Thans nu Nederland in 't nieuwe Europa juist
met fokvee en veredelde producten zijn positie
zal kunnen handhaven en verbeteren, is de melk
veecontröle meer dan ooit vereischt om over de
geheele linie goed melkvee te krijgen. Daarom
dient er eens stevig de trom geroerd te worden.
Daar wij ook veebeperking kennen, moge dit
eveneens een reden zijn om alleen ons kostbare
voer te stoppen in dieren, die het werkelijk
waard zijn. Vandaar, dat ook de t.b.c.-bestrijding
onder 't rundvee zoo'n belangrijke aangelegen
heid is.
Na de jarenlange contröle-actie van voorlich
tingsdiensten en landbouwonderwijs is het resul
taat der productiecontröle bij het melkvee met
name in een provincie als Zeeland toch wel wat
bedroevend. Feitelijk moest het toch een raadsel
zijn waarom niet iedere veehouder reeds lang
geregelde melkvee-controle heeft, temeer, daar
er zelfs heel wat zuivelfabrieken in den lande
zijn, die de helft van de kosten bij deze controle
voor hun rekening nemen en bovendien de ge
heele administratie behartigen. Maar merkwaar
dig genoeg is dit waarom heelemaal geen
raadsel. Zelfs onder de leden van laatstgenoemde
fabrieken is de melkveecontröle niet eens alge
meen, al kost den boer de controle daar toch al
zeer weinig moeite en geld. De zaak is eenvoudig
deze, dat er nog maar al te veel boeren op dit
landarbeider een behoorlijk bestaan zal krijgen.
Men zal door deze organisatie beter leeren in
zien, dat arbeiders en ondernemers samen een
bedrijfseenheid vormen en dat nimmer het bedrag
van salarissen en loonen onzer werkers de sluit
post van een begrooting zijn mag.
Het oude individualistische systeem met zijn wet
van vraag en aanbod heeft afgedaan. Het kan
dan niet meer voorkomen, dat „Accordarbeit
Mordarbeit" wordt. De landarbeiders zullen ook
door hun eigen mannen worden geleid, die begrip
hebben van en gevoel voor ^en bodem en het
bedrijf.
Dat ook de visschers, die dikwijiS zoo zijn achter
gesteld en voor hooge loonen of onkosten hun
gevaarlijk bedrijf als zeevisschers bijzonder
moesten uitoefenen, door het behooren tot den
Landstand er beter aan toe zullen komen, spreekt
vanzelf. Immers daardoor zal het mogelijk wor
den betere prijzen in normale tijden te verkrijgen
en grooter afzet over grooter gebied. Daardoor
zullen de risico's kunnen worden verminderd,
doordat meer en beter tegen allerlei gevaar zal
kunnen worden verzekerd," hetgeen thans voor
velen onzer garnalen- of mosselvipubers niet
mogelijk is.
Ik geloof dat de goed georganiseerde landstand
in het algemeen dieperen eerbied voor den
arbeid, bijzonderlijk voor den arbeid ten behoeve
onzer voedselvoorziening, den arbeid ten platte-
lande zal verwekken. Dat zal leiden tot een
juistere verhouding tusschen de belooning van
landelijken arbeid en die van anderen arbeid,
hetgeen voor gezonde ruilverhoudingen een eer
ste vereischte is.
Wat zullen wij dan doen? Critiseeren? Mokken
of morren, omdat de Landstand er op geen
andere wijze is gekomen, dan nu is geschied?
Of aangrijpen, met geloof in de toekomst van
ons volk, uit liefde voor ons volk en ons vader
land, wat ons is geboden? En alle krachten van
verstand en geest, van hart en van wil inspan
nen ten bate van het vaderland?
Dat en dat alleen is eisch van het heden en
mag en moet ieder trouw Nederlander van hen,
die tot den Landstand behooren verwachten.
Zoo zal ook in bangen oorlogstijd, temidden van
de reusachtige worsteling, die een totale omme
keer zal teweegbrengen in allerlei maatschap
pelijke en staatsrechtelijke en staatkundige ver
houdingen, gezaaid worden voor de toekomst,
waarin het Nederlandsche volk, dat krachtige, in
zijn diepste wezen gezonde Nederlandsche volk
andermaal de wereld zal toonen wat arbeidzaam
heid en taaie volharding en wilskracht onder Gods
zegen vermag tot heil van eigen land en volk,
tot zegen van een nieuw en tot één economisch
geheel geordend Europa, hetwelk dan tot in een
verre toekomst andermaal een zegen voor de
gansche wereld kan worden.
DIELEMAN.
stuk te weinig nadenken en noodzakelijk eens
wakker geschud moeten worden. De onverschil
ligheid ten aanzien van de melkveecontröle moet
eindelijk eens verdwijnen. Het mag niet langer
meer voorkomen, dat het voor vele veehouders
in den lande blijkbaar nog te veel is om in hun
eigen belang iedere twee weken een monster
melk te nemen, de melk te wegen en monster
en uitslag der weging mee te sturen naar de
fabriek.
Op den goeden weg.
We gelooven intusschen, dat we door de stimu-
.ans van boven af thans op den goeden weg zijn.
Daar er alleen reeds bij de 15 pCt. officieel ge
controleerde melkkoeien in den lande volgens
zeven verschillende methoden de productie on
derzocht wordt, heeft ir. de Jong nu bepleit,
dat er niet alleen een uitgebreidere, doch ook
een meer uniforme regeling gewenscht is. De
hoofdinspecteur van het Ned. Rundvee Stamboek
wil een controle-periode van ten hoogste 15 dagen
in tegenstelling met de regeling in Zeeland,
waar men een geregelde vierweeksche controle
kent. Men begrijpt, dat bijzonder voor de regi
stratie en den handel in fokvee, een grootere
uniformiteit gewenscht is. Men wil ook komen
tot provinciale hoofdcontröle-diensten onder
leiding van den Rijksveeteeltconsulent, die den
steun heeft van bekwame controleurs, die de
gegevens uniform verwerken.
De hoofdinspecteur wil de bevordering van de
controle op de productie van het melkvee niet
langer meer overlaten aan de voorlichting en
propaganda, waarmede men er zooals de er
varing ook in Zeeland leert niet komt, maar-
zijn toevlucht nemen tot dwang of tot een stelsel
waarbij de kosten grootendeels van de schouders
van de veehouders worden afgewenteld. Hij acht
een toestand gewenscht, waarbij in alle geval
meer dan de helft van den Nederlandschen vee
stapel regelmatig wordt gecontroleerd.
Door een gedwongen controle alleen kan even
wel ook nog geen verbetering van den veestapel
bereikt worden, waarom ir. de Jong ook wenscht
dat de veehouder van de gegevens het goede ge
bruik leert maken. De kosten te dragen door
de gemeenschap van gemiddeld 70 pCt. van alle
melkkoeien schat hij op niet hooger dan ƒ2.50
per koe per jaar. Deze kosten zouden kunnen
bestreden worden uit een heffing van 0.06 cent
per liter melk.
Wanneer men dit alles overweegt, moet men
wel tot de conclusie komen, dat totnutoe de
stimulans om tot verbetering der controle, te
komen te zwak is geweest en dat met een
voudige middelen een toestand geschapen kan
worden, die werkelijk in korten tijd leidt tot
een hooger productief vee over de geheele linie.
J. Holtliuysen.