wat wenschelijk is VOLKSGENOOTEN: veel hen en zegen en alles wat wenschelijk is! Het eerste nummer van ons blad veroorlooft den ploeger op den akker des geestes even sül te staan voor een welgemeenden hand druk, zoo op hand met een breeden, eerlijken zwaai toegestoken ieder, dde hem grijpen wil. Veel heil en zegen en alles, wat wenschelijk is! Is dat niet royaal: alles wat wenschelijk is? En is het niet gevaarlijk dat zoomaar als een zegebede tot iedereen te zeggen? Veron derstel eens, dat de Oppermachtige de bede verhoort en ai het in ons oog wensohelijke als bij tooverslag tot werkelijkheid maakte? Zouden we dan geen spijt hebben, omdat het er weieens heel anders uit kon zien dam wij dachten? We kunnen ons voorstellen, dat deze gedach ten bij u opkomen Maar ge moet u niet vergissen. Want er staat Riet: alles, wat gij wenschelijk vindt. De wijze mensch, die dezen nieuwjaarswensch voor h<»t eerst heeft uitgesproken, wist wel. wat hij zei. Hij wist dat er vaak een groot onderscheid is tusschen wat wij, menschen, verlangen en dat in werkelijkheid waard is, gewenscht te worden. Als het er heelemaal op aankomt, dan weten wij er niets van, wat wenschelijk is. Bijvoorbeeld: vraagt ge op den Nieuwjaars dag van 1942 honderd menschen, wat zij Wenschen, dan zeggen er 99: vrede Maar geen van die 99 weet, of vrede nu, zoo gauw mogelijk, wel het meest wenschelijke is voor Ide wereld. Wij durven het aan om de eene Van de honderd te zijn, die daaraan twij felt. Een vrede, nu dadelijk, met behoud van de bestaande toestanden bijvoorbeeld, met het tekort aam begrip, dat nog allerwege voor zin en doel van den strijd aanwezig is, het zou meer een ramp dan een zegen voor volk en wereld wezen. Het zou zijn alsof een boer over den akker ging om te ploegen met achter hem de zaaier en de ploeger hield plotseling op en de zaai er moest doorgaan met zaaien op ongeploeg- de aarde. Dat zaad zou verloren gaan en het nieuwe gewas mislukken. Zeker, wij verlangen naar het einde van den oorlog, meer dan wie ook daarnaar verlangen kan. Wij vooral, omdat wij dan pas recht aan het werk zullen kunnen gaan met het groote, dat wij weten, dat gebeuren moet. Maar wij zien ook, dat de wereld nog niet klaar is voor dien vrede, dat zij nog niet be reid is om zaad voor het nieuwe gewas te ontvangen, dat een verzuurde grond nog voor een groot deel toegeslagen ligt en het ploeg- is in dit leven, moet zich steeds weer bij het doorlezen van ons weekblad geborgen voelen in het geheel. Het is ons streven allen zoo danig voor te lichten dat door meerdere ken nis van elkanders werk, ieder beseft dat het persoonlijk belang ondergeschikt is aan het groepsbelang, maar dat laatste weer onder geschikt is aan het belang van het geheel. Technisch verantwoorde, goed verzorgde ar tikels zullen den vakman steunen bij zijn ar beid, hem richtlijnen geven en mogelijkheden verscnaffen ter verkrijging van grootere be kwaamheid en ontplooiing zijner talenten, in zijn werk bij de bearbeiding van den bodem en bij de vcn-<soreing van zijn vee. Daarnevens zuilen bijdragen op economisch- en sociaal gebied den lezer inzicht verschaf fen in de binnen- en buitenlandsche verhou dingen, terwijl cultuxeele artikels het volks- eigene, dat nog het sterkst door de boeren geslachten is bewaard geworden, in het mid delpunt zullen plaatsen om lede, ge.egen heid te geven er zich aan te laven. Voorts zullen de officieele mededeelineen van de leiding van den Landstand zoowel als die op het gebied der voortbrenging (Directie van oen nandbouw) en die op het terrein dei voedselvoorziening (V.V.O.) en markt ordening zooveel mogelijk hun ruimte in dit orgaan bekomen. Zoo hopci. wij dat «u.v orgaan «i elk gewest met stijgende belangstelling door de tiendul- ijzer van den oorlog er nog dieper door moet, nog grootere oppervlakten moet omgooien. Al vinden wij het hard, ai zagen wij het lie ver anders, al achten wij van alles wat wen schelijk is het meest dringende, dat de oor log ophoude, daarom is het nog niet HET wenschelijke! AL begrijpen wij, dat honderden, neen duizenden kleine boeren en arme vis- schers en onder schuld gebogen tuindeis, dat tienduizenden landarbeiders en hun vrouwen als het meest wenschelijk van het nieuwe jaar vragen een radicale ommekeer vam de verhoudingen opdat zij óók en einde lijk eens deel krijgen aan de volheid van het leven aan den anderen kant dan die van de zorgen en moeiten, daarom IS ook dat nog geenszins het meest gewenschte. Want het Is heel goed mogelijk dat de maat van hun beproeving juist In dezen tijd nog vol ler moet worden om de mate van de zegenin gen later des te rijker te maken. Versta ons wel wij behooren allerminst tot de predikers van de leer der noodzakelijke armoede, tot de troosters, die eike sociale noodvraag afdoen met een vrome vingerwij zing naar Boven. Ge weet het wel, lezers, dat als gebeurde, hetgeen WH wenschelijk von den, uw nood spoedig teneinde zou zijn. Maar daar gaat het niet om. Het gaat ook bij het binnentreden van een nieuwen jaarkring hierom, dat wij ons rekenschap geven van de groote levenswetten, die wij maar ten deele lezen kunnen en waarin geschreven staat, dat de mensch wikt, maar God be schikt en dat Zijn wegen hooger dan de onze zijn. We waren met de wereld aardig zoover ge komen, dat we dachten: wat wij wenschelijk vinden dat kan geschieden. Althans, zij die de wereld regeerden, deden alsof het zoo was. Zij verstoorden de oudste wetten der schep ping, zij verbraken elke natuurlijke harmo nie terwille van een kist vol doode staven en zij mochten zich bewust zijn, dat zij over den nood n'et heersehten, over het leven deden zij het wel. Zij vermoordden drachtig vee naar het hun te pas kwam en zij regel den het kindertal naar de inspraken van de eigen gemakzucht en als het daarvoor noodig was, dat mtHioenen vrouwen en kinderen ar moede en gebrek leden dan maakten zij het zoo, dat er armoede en gebrek was, al wer den de kostelijkste gewassen van Gods aard bodem moedwillig aan verrotting prijsgege ven, verbrand of in de zee geworpen. Alles, zenden leden van den Landstand elke week zal worden begroet. Dat niet alleen. Wij hopen ook dat degenen die wenschen - en of aanmerkingen hebben omtrent den in houd van ons blad, ons deze zullen doen ge worden, In nauwe samenwerking met de talrijke des kundigen op het enorme gebied, waarop de Landstand zich beweegt, zal aan den inhoud van dit weekblad de uiterste zorg worden be steed. Met enthousiasme voor en vertrouwen in ons Nederlandsche Volk Ln zijn geheel zoowel als in onzen boerenstand i nhet bijzonder, in het Europa dat onder leiding van Adolf Hitler weer bewoonbaar gemaakt wordt voor den werkenden mensch en een groote toekomst tegemoet gaat, schreven wij 't drieste woord: „loa mar lös" neer in den titel van ons ar tikel in dit eerste nummer van het weekblad van den Nederlandschen Landstand. Moge de inhoud van ons blad bij al degenen die met werkelijkheidszin zijn bevrucht, een goed onthaal vinden. wat wenschelijk is. Macht, zeiden de machti gen, macht van geld en goud, waarvoor wij koopen wat en wie wij willen. En zij kochten wat en wien zij wilden. Pa leizen, wpsur zij van gouden schalen het duurste vraten, dat ergens te koop was, vrou wen, met wie zij deden wat de dierlijkste in stincten hun ingaven, zij kochten. En ook kochten zij regeerders, die het lot van vol ken in hun handen legden, ja, gekroonde hoofden waren voor hen niet meer dan een marktartikel. ALLES, wat in hun bedorven breinen als wenschelijk opkwam dat kon geschieden, meenden zij. Ach, wij hebben allemaal de wereld gezien, die zij .schiepen" met hun wenschvervullin- gen. En er zullen er weinigen zijn, die, eerlijk met zichzelf te rade gaande, zooals dat toch wel eenmaal in een heel jaar van een ieder verlangd mag worden, die wereld ook het meest wenschelijk vinden. Nee, wat menschen wenschelijk vinden, dat IS allerminst steeds wenschelijk. Wat heeft dan deze nieuwjaarsbede voor inhoud, wat is zij dan waard? Als wij deze duistere woorden in den mond nemen dan beteekenen zij: alles, wat Gods arde wenschelijk heeft gemaakt, dat gunnen wij onzen lezers dat gunnen wij ons volk, dat gunnen wij den wereld! Want dat Is werkelijk wenschelijk, zonder eenigen twijfel Die orde is het, waarvan wij de afspiegeling in ons hart dragen: de orde van naar de wetten der natuur gevormde volken, wier leven en streven erop gericht is, zuiver te staan voor den Schepper er. den Alvader. Zoo zuiver, dat elk der volksgenooten van zijn leven het beste maakt in dienst der ge meenschap. Dat is een zware opgave en tel kens en telkens weer in de historie hebben alle volken gefaald, telkens en telkens ook weer zijn er temen gebleven, die het goede bewustzijn m zich mochten dragen en die kernen breidden zich steeds uit op oogen- blikken, waarop de ondergane rekoraen scheen. Want de orde, die uit den öcnepper is, kan niet verloren gaan, kan niet kapot gemaakt worden door weike wenschen van den mensch dan ook. En daarom gebeurt uiteindelijk met wat ik wenschelijk vind en wat gij wensche lijk vindt, daarom gebeurt uiteindelijk wat wenschelijk IS. Dat besef geeft rust dat Deset geelt moed, dat besef geeft sterkte, dat besef geeft uit eindelijk. macht, de wezenlijke macht. Hier hebt ge het geheim van de krachten, welke zich in onze dagen openbaren. In een aan menschelijke wenschelijkheden kapot- gaande wereld heeft zich de goddelijke wil verheven om een halt toe te roepen en de goddelijke wenschelijkheden weer eens in te scherpen. En de daartoe geroepenen ontvan gen de macht en de middelen EN nu staan wij bij deze geweldige botsing te tobben met allerlei dingen, die met onze verlangens in strijd komen. En mis schien zeggen we wel dat we er heel geen zin in hebben aan een nieuw iaar te begin nen. Stumpers, die de wetten dei schepping uit het oog verloren, die verdeelden, wat niet verdeeld mocht zijn, die de heiligste waarden in onwaarden deden verkeeren om geen vre de maar bevrediging te zoeken en die glad overstuur raken nu het anders bedoeld blijkt te zijn. Stumpers, jammerende vromen, enkel van donkere tijden en ongekende beproevingen sprekende en preekende voor gangers der volken, die eigen wenschen niet in vervulling zien gaan en daarom het ein de der dagen nabij wanen, ach, wat moet ge met zoo'n Nieuwjaar en met Nieuwjaars- wenschen toch aan! Eenvoudig volk van het land eenvoudige visschers op Gods wateren en ploegers van Gods aarde wij dragen het vaste geloot in ons, dat wat wenschelijk IS ons ook in het jaar 1942 zal toekomen en dat we daarmee hebben te arbeiden naar ons vermogen Zoo gaan wij van uieuwsaan achter den ploeg, ik achter de mijne, gij achter de uwe en samen houden wij der akker bereid en gezond met een werkgraag lichaam en een dankbaar hart en een frisschen geest die zijn tijd verstaat! Heil en Zegen. En alles, wat wenschelijk IS! D. v. d. B.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1942 | | pagina 3